Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Gedichten over schaken

© foto Dettie

 

Tanneke


We zitten tegenover elkaar
Kleine meisjes in rechte jurkjes
twee lappen coupeloze stof
met steile schouderbandjes

Brildragend zijn wij en jij
een glas mat afgeplakt
Je hebt een lui oog en we staren
naar het schaakbord tussen ons.

Met opgetrokken knieën doen we
het herdersmatje dat
je leerde van je broer die het had
van de fagotspelende buurman

Twee vrouwen beheersen het bord
Te jong om pionnen te zien als mannen
maar de koning is een sukkel
aan voeten gebonden

de lopers onze bodes en wij
vorstinnen triomferend op elk vlak
hartsvriendinnen en in het spel
ieder voor zich en keihard


Diana Ozon
Uit: Schaakgedichten
Uitgeverij Passage 2006

(Voor uitleg, klik hier )


 

Onbegrepen offer

Elke stelling verdient het
gebeeldhouwd te zijn.
Steeds weer ben ik aan zet, of jij -
wie raakt nooit de tel kwijt -

en sla. 'Voor je beurt!' 'Niet.'
Ik sla je weer. Onbegrepen offer.

Het spel valt in stukken uiteen. Geen partij.
Als een schaap, met open ogen
naar de scheerder, mug op weg naar web,
de held zijn slagveld tegemoet.

Mark Boog
Uit: Schaakgedichten
Uitgeverij Passage 2006

(Lees de uitleg, klik hier)


 
Pier scheidde...


Pier scheidde midden uit met schaken
En zei, hij was het spelen zat.
Maar 't was de minste van twee zaken:
Hij was het spelen moe, én mat.


Constantijn Huygens
15 december 1647
Uit: Schaakgedichten
Uitgeverij Passage 2006