Gedichten over dieren
Gedichten over dieren
Geplaatst: 11 jan 2006 02:20 pm
Tiba heeft me al een hele tijd geleden allemaal gedichten gestuurd over kippen. Het was toen ons idee om elke maand gedichten over één bepaald dier te plaatsen. Ik zat ermee waar ik dat in kon passen op de site maar we kunnen dat natuurlijk ook op het forum doen bedacht ik me vandaag. En de gedichten kan ik in het thema-archief plaatsen.
Dus bij deze de start van "gedichten over dieren"
Dettie
Tiba heeft me al een hele tijd geleden allemaal gedichten gestuurd over kippen. Het was toen ons idee om elke maand gedichten over één bepaald dier te plaatsen. Ik zat ermee waar ik dat in kon passen op de site maar we kunnen dat natuurlijk ook op het forum doen bedacht ik me vandaag. En de gedichten kan ik in het thema-archief plaatsen.
Dus bij deze de start van "gedichten over dieren"
Dettie
Geplaatst: 11 jan 2006 02:26 pm
Gekamde koning Canteclaar
Gekamde koning Canteclaar,
hoe geren zie 'k u komen daar,
--- gestapt, zoo edeldrachtig
als Alexander, Attila,
of Karloman zijn' wederga;
--- heel keizerlijk almachtig!
Gij kraait, terwijl ge uw' vlerken slaat,
en 't stemgeluid dat henengaat,
--- uit uwen hals gedreven,
herwekt het slapend menschendom,
het boodschapt hem den dag weêrom,
--- den dag, het licht, en 't leven.
Uw' vonkelende ooge, uw' rooden kam,
een laaiend beeld van vier en vlam,
--- uw' zakken steert, uw' spooren,
uwe om end om geglimde borst,
uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst,
--- uw' stem, zoo schoon om hooren...
wie is er die dat al beschrijft,
die, heel in woord en taal gelijfd,
--- doet leven u en waken?
Wie is er? Anders geen als gij,
heer Canteclaar, die machtig zij
--- uw evenbeeld te maken.
Vaart wel dan: ik ontgeef 't mij, en
'k wil weten dat ik verre ben
--- bij u voortaan ten onderen;
gij hebt, o haan, den prijs behaald,
kraait koning nu, en zegepraalt,
--- en laat mij zwijgend wonderen!
Guido Gezelle
uit: Dier-bare Poëzie, Gedichten over dieren,
Anton van Wilderode en Fil de Ridder,
Orion, 1971
Tiba
Gekamde koning Canteclaar
Gekamde koning Canteclaar,
hoe geren zie 'k u komen daar,
--- gestapt, zoo edeldrachtig
als Alexander, Attila,
of Karloman zijn' wederga;
--- heel keizerlijk almachtig!
Gij kraait, terwijl ge uw' vlerken slaat,
en 't stemgeluid dat henengaat,
--- uit uwen hals gedreven,
herwekt het slapend menschendom,
het boodschapt hem den dag weêrom,
--- den dag, het licht, en 't leven.
Uw' vonkelende ooge, uw' rooden kam,
een laaiend beeld van vier en vlam,
--- uw' zakken steert, uw' spooren,
uwe om end om geglimde borst,
uw' strijdbaarheid, uw' zegedorst,
--- uw' stem, zoo schoon om hooren...
wie is er die dat al beschrijft,
die, heel in woord en taal gelijfd,
--- doet leven u en waken?
Wie is er? Anders geen als gij,
heer Canteclaar, die machtig zij
--- uw evenbeeld te maken.
Vaart wel dan: ik ontgeef 't mij, en
'k wil weten dat ik verre ben
--- bij u voortaan ten onderen;
gij hebt, o haan, den prijs behaald,
kraait koning nu, en zegepraalt,
--- en laat mij zwijgend wonderen!
Guido Gezelle
uit: Dier-bare Poëzie, Gedichten over dieren,
Anton van Wilderode en Fil de Ridder,
Orion, 1971
Tiba
Geplaatst: 13 jan 2006 04:12 pm
Lievelingsdieren
Tussen de stenen hollen de platte,
brede pissebedden omlaag naar het donker. Vergeten
toen het nog koud was te kijken: hoe overwintert
een dier dat zo lijkt op herinnering,
zo afvalkleurig, met zijn hoofd naar binnen
en doodstil bij de minste aanraking.
Ik weet een kind dat van ze houdt, het streelt
hun dadelijk verstijvende stofjassen,
draagt ze tussen twee handen de kamer door.
O! zachte pootjes hebben ze, mag ik ze niet
houden in een kistje met onderaan glas?
Daar kijk ik de hele tijd naar, daar zing ik dan voor.
Eva Gerlach (1948)
Uit: De kracht van verlamming,
De Arbeiderspers, Amsterdam 1988
Lievelingsdieren
Tussen de stenen hollen de platte,
brede pissebedden omlaag naar het donker. Vergeten
toen het nog koud was te kijken: hoe overwintert
een dier dat zo lijkt op herinnering,
zo afvalkleurig, met zijn hoofd naar binnen
en doodstil bij de minste aanraking.
Ik weet een kind dat van ze houdt, het streelt
hun dadelijk verstijvende stofjassen,
draagt ze tussen twee handen de kamer door.
O! zachte pootjes hebben ze, mag ik ze niet
houden in een kistje met onderaan glas?
Daar kijk ik de hele tijd naar, daar zing ik dan voor.
Eva Gerlach (1948)
Uit: De kracht van verlamming,
De Arbeiderspers, Amsterdam 1988
Geplaatst: 14 jan 2006 06:21 pm
Een kat van sneeuw
Staat in de sneeuw die kat ineens.
Wou ze weer zelf uit sneeuw
gehouwen zijn zo koel daar staan
geen denken meer aan ooit een poot
die ze verzet ter ere van de melk
het braaf gespin of goejig kopjes doen.
Maar als dan uit de hemel plots een zonnestraal
een stem die 'liefste' zegt en 'kom'.
Zou zij terstond de sneeuw ontrouw
meteen niet koud of leeg meer zijn
maar warm, tot stervens toe bereid
voor hem haar ijs te smelten?
Marjoleine de Vos
uit: Kat van sneeuw
Van Oorschot 2003
Tiba.
Een kat van sneeuw
Staat in de sneeuw die kat ineens.
Wou ze weer zelf uit sneeuw
gehouwen zijn zo koel daar staan
geen denken meer aan ooit een poot
die ze verzet ter ere van de melk
het braaf gespin of goejig kopjes doen.
Maar als dan uit de hemel plots een zonnestraal
een stem die 'liefste' zegt en 'kom'.
Zou zij terstond de sneeuw ontrouw
meteen niet koud of leeg meer zijn
maar warm, tot stervens toe bereid
voor hem haar ijs te smelten?
Marjoleine de Vos
uit: Kat van sneeuw
Van Oorschot 2003
Tiba.
Geplaatst: 14 jan 2006 06:43 pm
Het ezeltje
In de korte, blauwe schemering
deed ik een kleine wandeling.
De grond was rood, gebarsten-droog.
De lucht was dun en vreeslijk hoog,
en blauwe distels stijf en grillig
ritselden driftig en onwilig.
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots.
Zijn lange, ambren ogen blonken
als water, ernstig en bezonken
en onpartijdig was zijn blik.
En na een korte, felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest
voor dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
Een pijnlijke herinnering:
zo ben ik vroeger ook geweest.
Die gaafheid en zachtzinnigheid,
onzware ernst en droomrigheid,
o kon ik dat nog ééns herwinnen,
kon ik nog ééns opnieuw beginnen.
Maria Vasalis,
uit parken en woestijnen
Van Oorschot 1940
Wil
Het ezeltje
In de korte, blauwe schemering
deed ik een kleine wandeling.
De grond was rood, gebarsten-droog.
De lucht was dun en vreeslijk hoog,
en blauwe distels stijf en grillig
ritselden driftig en onwilig.
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots.
Zijn lange, ambren ogen blonken
als water, ernstig en bezonken
en onpartijdig was zijn blik.
En na een korte, felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest
voor dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
Een pijnlijke herinnering:
zo ben ik vroeger ook geweest.
Die gaafheid en zachtzinnigheid,
onzware ernst en droomrigheid,
o kon ik dat nog ééns herwinnen,
kon ik nog ééns opnieuw beginnen.
Maria Vasalis,
uit parken en woestijnen
Van Oorschot 1940
Wil
Geplaatst: 14 jan 2006 08:29 pm
Zeehond graag
Het liefst zou mevrouw Despina zeehond zijn.
Springen, poon verschalken, applaus
voor uw lenig spek dat overheerlijk
de kant op kletst, dik verpakt geraamte,
grootogige boksbal vol vis, lekkerbek.
Binnenin zat mevrouw Despina, veilig
in glad vel, waterafstotend vermomd
als onhoekig dier, elegant toegerust voor
poolstorm en schotsen. Lachend heft ze
haar snor boven water, poseert voor
verrekijkers, zont op een zandplaat.
Gooit het leven juichend de lucht in
stuitert ze op zeewaardige kussens
haar vrolijk vet maakt elke landing zacht.
Marjoleine de Vos,
uit Zeehond graag
Van Oorschot 2000
Wil
Zeehond graag
Het liefst zou mevrouw Despina zeehond zijn.
Springen, poon verschalken, applaus
voor uw lenig spek dat overheerlijk
de kant op kletst, dik verpakt geraamte,
grootogige boksbal vol vis, lekkerbek.
Binnenin zat mevrouw Despina, veilig
in glad vel, waterafstotend vermomd
als onhoekig dier, elegant toegerust voor
poolstorm en schotsen. Lachend heft ze
haar snor boven water, poseert voor
verrekijkers, zont op een zandplaat.
Gooit het leven juichend de lucht in
stuitert ze op zeewaardige kussens
haar vrolijk vet maakt elke landing zacht.
Marjoleine de Vos,
uit Zeehond graag
Van Oorschot 2000
Wil
Geplaatst: 14 jan 2006 08:33 pm
Is een vrolijk gedicht!
Groetjes. Tiba.
Code: Selecteer alles
Gooit het leven juichend de lucht in
stuitert ze op zeewaardige kussens
haar vrolijk vet maakt elke landing zacht.
Is een vrolijk gedicht!
Groetjes. Tiba.
Geplaatst: 14 jan 2006 08:36 pm
En deze ook maar even hier neer gezet.....
Een ezel stoot zich
Er ligt een steen op de weg,
loop ik langs die weg;
ik stoot me.
Wees een ezel, denk ik.
Maar ik stoot me op weg van huis,
en ik stoot me op weg naar huis.
Wees een olifant, denk ik.
Maar ik kan die steen niet onthouden.
Ik ben niet gek
en zoek een andere weg,
loop achter anderen aan.
Wees een aap, denk ik, desnoods een papegaai,
maar wees geen mens.
Mijn neus bloedt,
er ligt een steen op deweg.
Toon Tellegen,
uit Wie A zegt
Querido 2002
Wil
En deze ook maar even hier neer gezet.....
Een ezel stoot zich
Er ligt een steen op de weg,
loop ik langs die weg;
ik stoot me.
Wees een ezel, denk ik.
Maar ik stoot me op weg van huis,
en ik stoot me op weg naar huis.
Wees een olifant, denk ik.
Maar ik kan die steen niet onthouden.
Ik ben niet gek
en zoek een andere weg,
loop achter anderen aan.
Wees een aap, denk ik, desnoods een papegaai,
maar wees geen mens.
Mijn neus bloedt,
er ligt een steen op deweg.
Toon Tellegen,
uit Wie A zegt
Querido 2002
Wil
Geplaatst: 14 jan 2006 10:23 pm
En nog eentje van Kopland...
Schapen
Zo ging het altijd. 's Avonds kwamen ze
aan het water, stonden ze daar langzaam
te kijken naar de overkant van de rivier.
Allemaal waren ze anders en toch, allemaal
aan elkaar volkomen gelijk, en ik, ik was
één van hen, maar we wisten beiden niet wie.
Dan werd de rivier uiteindelijk zo glad
en zo zwart, dat het was alsof niet alleen
het water, maar ook de tijd zelf ophield.
Ze dronken er van, tot ze verdronken in
hun eigen silhouetten, in het zwarte van dat
water, het zwart van de ancht in de diepte.
En in de morgen stroomden dan weer heel licht
en luchtig de rivier door de vallei, terwijl
zij daar weer eenzelvig grazend de verte
inliepen.
Allemaal dezelfde, en tegelijkertijd allemaal anders,
en wie het was die het was, wij beiden wisten
het niet, zo was het altijd, tot ook dat ophield.
Rutger Kopland,
uit Geluk is gevaarlijk
Maarten Muntinga 2005
Wil
Wil
En nog eentje van Kopland...
Schapen
Zo ging het altijd. 's Avonds kwamen ze
aan het water, stonden ze daar langzaam
te kijken naar de overkant van de rivier.
Allemaal waren ze anders en toch, allemaal
aan elkaar volkomen gelijk, en ik, ik was
één van hen, maar we wisten beiden niet wie.
Dan werd de rivier uiteindelijk zo glad
en zo zwart, dat het was alsof niet alleen
het water, maar ook de tijd zelf ophield.
Ze dronken er van, tot ze verdronken in
hun eigen silhouetten, in het zwarte van dat
water, het zwart van de ancht in de diepte.
En in de morgen stroomden dan weer heel licht
en luchtig de rivier door de vallei, terwijl
zij daar weer eenzelvig grazend de verte
inliepen.
Allemaal dezelfde, en tegelijkertijd allemaal anders,
en wie het was die het was, wij beiden wisten
het niet, zo was het altijd, tot ook dat ophield.
Rutger Kopland,
uit Geluk is gevaarlijk
Maarten Muntinga 2005
Wil
Wil
Geplaatst: 15 jan 2006 12:50 pm
De kalkoenen
De kalkoenen geven de tuin
van onze buren waar zij
de feestdagen van december
komen doorbrengen de allure
van een oude engelse gravure
hoewel grijze dames met bestorven
rode tranen van een zeer voornaam verdriet
aan hun hoofd zijn zij nog nieuwgieriger
dan de kippen waarover zij elkaar
omzichtig stappend over de paden
voortdurend lijken te vermanen; remember
you'r a turkey dear.
Rutger Kopland,
uit Geluk is gevaarlijk
Maarten Muntinga 2005
Wil
De kalkoenen
De kalkoenen geven de tuin
van onze buren waar zij
de feestdagen van december
komen doorbrengen de allure
van een oude engelse gravure
hoewel grijze dames met bestorven
rode tranen van een zeer voornaam verdriet
aan hun hoofd zijn zij nog nieuwgieriger
dan de kippen waarover zij elkaar
omzichtig stappend over de paden
voortdurend lijken te vermanen; remember
you'r a turkey dear.
Rutger Kopland,
uit Geluk is gevaarlijk
Maarten Muntinga 2005
Wil
Geplaatst: 15 jan 2006 01:42 pm
Het egeltje
De egel komt in 't eendere schemeruur
schuifelen langs de plavuizen van de schuur.
De ademsporen van zijn spitse snuit
gaan op de kille stenen aan en uit
omtrent de stille mens, die met geduld
zijn schuwheid went en de aarden schotel vult
en wacht, totdat een kleine ruige hand
zich tastend vastgrijpt aan de schotelrand.
Dan drinkt het dier. Even, als in verstaan,
zien twee bevredigden elkander aan.
Ida Gerhardt
Uit: Zeven maal om de aarde gaan
Athenaeum Polak Van Gennep 2001
Dettie
Het egeltje
De egel komt in 't eendere schemeruur
schuifelen langs de plavuizen van de schuur.
De ademsporen van zijn spitse snuit
gaan op de kille stenen aan en uit
omtrent de stille mens, die met geduld
zijn schuwheid went en de aarden schotel vult
en wacht, totdat een kleine ruige hand
zich tastend vastgrijpt aan de schotelrand.
Dan drinkt het dier. Even, als in verstaan,
zien twee bevredigden elkander aan.
Ida Gerhardt
Uit: Zeven maal om de aarde gaan
Athenaeum Polak Van Gennep 2001
Dettie
Geplaatst: 15 jan 2006 02:02 pm
He....wat goed!
Ik liep gisteren de hele tijd te denken dat er toch ook een gedicht over een egeltje was,
maar van wie ook al weer....????
Van Ida Gerhard dus.
De niveauverschillen in dit topic zijn erg leuk vind ik,
waarbij ik moet zeggen dat ik de "makkelijke"gedichten ook erg leuk vind.
Wil
He....wat goed!
Ik liep gisteren de hele tijd te denken dat er toch ook een gedicht over een egeltje was,
maar van wie ook al weer....????
Van Ida Gerhard dus.
De niveauverschillen in dit topic zijn erg leuk vind ik,
waarbij ik moet zeggen dat ik de "makkelijke"gedichten ook erg leuk vind.
Wil
Geplaatst: 15 jan 2006 02:59 pm
De octopus
Hier woont een filosoof met geitenogen
en bleke, uitgezakte pukkelwangen.
Medusahoofd vol gruwelijke slangen,
onrustig golvend of juist vastgezogen.
Maar alle zeemansmythes zijn gelogen.
Dit dier zal nooit de Nautilus omhangen.
Alleen de krab versteent, die wordt gevangen.
Het weke dier krimpt om zijn onvermogen
om meer dan kliederaar met inkt te zijn.
Hij bloost om zijn gebrek aan ruggengraat
en maakt zich in zijn nest van stenen klein.
Dan schept hij moed. Met een onhoorbaar schokje
ontplopt hij elke nap en stijgt kordaat
tot boze ballerina in een rokje.
Patty Scholten
uit: Looiedetten
Atlas 2006
In een interview zegt Patty Scholten:
Grote emoties zul je niet zo makkelijk vinden in mijn gedichten. Maar ze zijn er wel: die octopus bijvoorbeeld ben ik zelf. Mijn meisjesnaam is 'Klein', ook ik ben de kliederaar met inkt. De octopus is een metafoor voor alle dichters en schrijvers. We spuiten inkt om te imponeren, vijanden af te schrikken (de ganzenveer in plaats van het wapen), maar zijn in ons hart bang dat we kliederen.
De chute komt hier laat, tussen de eerste en tweede terzine: de octopus laat zijn houvast (zekerheden) los en stijgt omhoog in het vrije blauw. Een beetje boos (de omkering van angst) maar met veel vertoon en elegantie.
De dieren zijn in mijn gedichten vaak een metafoor van bepaalde (vader, vriend, vijand) of onbepaalde mensen. . Eerst beschrijf ik het uiterlijk, liefst met veel beelden, dan gaat mijn blik naar 'binnen', meestal zo tussen het octaaf en sextet.
Bron: http://www.decontrabas.com/degrotezaal/
Dettie
De octopus
Hier woont een filosoof met geitenogen
en bleke, uitgezakte pukkelwangen.
Medusahoofd vol gruwelijke slangen,
onrustig golvend of juist vastgezogen.
Maar alle zeemansmythes zijn gelogen.
Dit dier zal nooit de Nautilus omhangen.
Alleen de krab versteent, die wordt gevangen.
Het weke dier krimpt om zijn onvermogen
om meer dan kliederaar met inkt te zijn.
Hij bloost om zijn gebrek aan ruggengraat
en maakt zich in zijn nest van stenen klein.
Dan schept hij moed. Met een onhoorbaar schokje
ontplopt hij elke nap en stijgt kordaat
tot boze ballerina in een rokje.
Patty Scholten
uit: Looiedetten
Atlas 2006
In een interview zegt Patty Scholten:
Grote emoties zul je niet zo makkelijk vinden in mijn gedichten. Maar ze zijn er wel: die octopus bijvoorbeeld ben ik zelf. Mijn meisjesnaam is 'Klein', ook ik ben de kliederaar met inkt. De octopus is een metafoor voor alle dichters en schrijvers. We spuiten inkt om te imponeren, vijanden af te schrikken (de ganzenveer in plaats van het wapen), maar zijn in ons hart bang dat we kliederen.
De chute komt hier laat, tussen de eerste en tweede terzine: de octopus laat zijn houvast (zekerheden) los en stijgt omhoog in het vrije blauw. Een beetje boos (de omkering van angst) maar met veel vertoon en elegantie.
De dieren zijn in mijn gedichten vaak een metafoor van bepaalde (vader, vriend, vijand) of onbepaalde mensen. . Eerst beschrijf ik het uiterlijk, liefst met veel beelden, dan gaat mijn blik naar 'binnen', meestal zo tussen het octaaf en sextet.
Bron: http://www.decontrabas.com/degrotezaal/
Dettie
Terug naar “Thema's in de poëzie”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 63 gasten