Hans Lodeizen (ja, alleen uitgegeven bij Van Oorschot)
Hans Lodeizen (ja, alleen uitgegeven bij Van Oorschot)
Leestafel heeft toestemming (gedogen) van uitgeverij Van Oorschot om de bij hen oorsponkelijk uitgegeven gedichten te plaatsen.
Maar geen hele bundels.
Dettie
Maar geen hele bundels.
Dettie
Geplaatst: 23 sep 2005 10:08 pm
Een lege postbode verdrinkt op de landweg
(Voor A. Morriën)
het is verdomd al weer haast herfst
en mijn vermoeid lichaam dat geen honing kent
lichaam zwak boven mate en gespleten
het is een oud huis als in Greenwich Village
de bomen staan haastig in te pakken
hun bladeren gaan in de koffers van de grond
de wind is een gezwinde sleutel
en over het deksel legt zij een kleed van wolken
de vensters van mijn lichaam zijn blind
en bij het haardvuur van mijn dromen zie ik
de dagen als vlammen boompje verwisselen
en weggaan in een oude stam van het huis
hoe laat zou het al zijn de rivieren staan
te heupwiegen als een raam tegen het landschap
mijn lichaam mijn teder lichaam zachtjes heengaand
of een lege postbode verdrinkt in de landweg.
Hans Lodeizen,
Het innerlijk belang,
Van Oorschot 1950
Wouter
Even dit prachtige herfstgedicht naar hier overgebracht. Binnenkort nog wat meer van Lodeizen.
Tiba.
Een lege postbode verdrinkt op de landweg
(Voor A. Morriën)
het is verdomd al weer haast herfst
en mijn vermoeid lichaam dat geen honing kent
lichaam zwak boven mate en gespleten
het is een oud huis als in Greenwich Village
de bomen staan haastig in te pakken
hun bladeren gaan in de koffers van de grond
de wind is een gezwinde sleutel
en over het deksel legt zij een kleed van wolken
de vensters van mijn lichaam zijn blind
en bij het haardvuur van mijn dromen zie ik
de dagen als vlammen boompje verwisselen
en weggaan in een oude stam van het huis
hoe laat zou het al zijn de rivieren staan
te heupwiegen als een raam tegen het landschap
mijn lichaam mijn teder lichaam zachtjes heengaand
of een lege postbode verdrinkt in de landweg.
Hans Lodeizen,
Het innerlijk belang,
Van Oorschot 1950
Wouter
Even dit prachtige herfstgedicht naar hier overgebracht. Binnenkort nog wat meer van Lodeizen.
Tiba.
Geplaatst: 24 sep 2005 03:10 pm
Hij die de wind
had na willen bootsen in haar
meest intieme bewegingen;
nu ligt hij als een steen
in de beek, zwijgend in het
spelende water.
Hij die zijn hand
wou laten regeren over de
dingen is moe, en een klacht
draagt hij op zijn hoofd als
een doornenkroon, maar hij lacht
in de herfstzon.
Hans Lodeizen(ik weet niet uit welke bundel)
Wil
Hij die de wind
had na willen bootsen in haar
meest intieme bewegingen;
nu ligt hij als een steen
in de beek, zwijgend in het
spelende water.
Hij die zijn hand
wou laten regeren over de
dingen is moe, en een klacht
draagt hij op zijn hoofd als
een doornenkroon, maar hij lacht
in de herfstzon.
Hans Lodeizen(ik weet niet uit welke bundel)
Wil
Geplaatst: 24 sep 2005 10:10 pm
Ik heb mij met moeite alleen gemaakt
ik heb mij met moeite alleen gemaakt.
je zou niet zeggen: je zou niet zeggen dat
het zoveel moeite kost alleen te zijn als
een zon rollende over het grasveld
neem dan - vriend! - de mieren waar
wonend in hun paleizen als een mens
in zijn verbeelding -; wachten zij op regen en
graven dan verder: het puur kristal
is hen zand geworden.
in het oog van de nacht woon je als een merel,
of als een prins in zijn boudoir: de kalender
wijst het zeventiende jaar van Venetië en
zachtjes, zachtjes slaan zij het boek dicht.
kijk! je schoenen zijn van perkament
o- mijn vriend - deze wereld is niet de echte.
Hans Lodeizen
uit: Het innerlijk behang en andere gedichten.
G.A. van Oorschot
Tiba.
Ik heb mij met moeite alleen gemaakt
ik heb mij met moeite alleen gemaakt.
je zou niet zeggen: je zou niet zeggen dat
het zoveel moeite kost alleen te zijn als
een zon rollende over het grasveld
neem dan - vriend! - de mieren waar
wonend in hun paleizen als een mens
in zijn verbeelding -; wachten zij op regen en
graven dan verder: het puur kristal
is hen zand geworden.
in het oog van de nacht woon je als een merel,
of als een prins in zijn boudoir: de kalender
wijst het zeventiende jaar van Venetië en
zachtjes, zachtjes slaan zij het boek dicht.
kijk! je schoenen zijn van perkament
o- mijn vriend - deze wereld is niet de echte.
Hans Lodeizen
uit: Het innerlijk behang en andere gedichten.
G.A. van Oorschot
Tiba.
Geplaatst: 08 jan 2006 04:56 pm
Voor vader
o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt wij zijn samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.
waar ben je nu op een klein ritje
in de vrolijke bries van een groene auto
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.
mijn lippen mijn tedere lippen dicht.
16 Juli 1950
Hans Lodeizen
Uit: Het innerlijk behang (1952)
Dit is het laatste gedicht dat Hans Lodeizen schreef. Hij maakte het voor de verjaardag van zijn vader op 16 juli 1950, vier dagen voor hij zelf jarig was. Hij was toen al heel erg ziek en stierf aan leukemie op 26 juli 1950, net 26 jaar oud.
Bron: Ted van Lieshout, Papieren Museum 2, uitg. Leopold, 2004
Karin
Voor vader
o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt wij zijn samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.
waar ben je nu op een klein ritje
in de vrolijke bries van een groene auto
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.
mijn lippen mijn tedere lippen dicht.
16 Juli 1950
Hans Lodeizen
Uit: Het innerlijk behang (1952)
Dit is het laatste gedicht dat Hans Lodeizen schreef. Hij maakte het voor de verjaardag van zijn vader op 16 juli 1950, vier dagen voor hij zelf jarig was. Hij was toen al heel erg ziek en stierf aan leukemie op 26 juli 1950, net 26 jaar oud.
Bron: Ted van Lieshout, Papieren Museum 2, uitg. Leopold, 2004
Karin
Geplaatst: 08 jan 2006 08:28 pm
o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt wij zijn samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.
Zou Lodeizen zijn nadere dood bedoelen? De langzame reis naar zijn dood? En samen met zijn vader die reis beleven? Het donker=de dood?
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.
Omdat hij ook dit bovenstaande schrijft.
Zowel het gedicht van Jansma als dit gaat over afscheid volgens mij.
Wat denken jullie?
Dettie
o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt wij zijn samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.
Zou Lodeizen zijn nadere dood bedoelen? De langzame reis naar zijn dood? En samen met zijn vader die reis beleven? Het donker=de dood?
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.
Omdat hij ook dit bovenstaande schrijft.
Zowel het gedicht van Jansma als dit gaat over afscheid volgens mij.
Wat denken jullie?
Dettie
Geplaatst: 09 jan 2006 10:02 pm
Ik denk het wel Dettie, dat Hans Lodeizen zijn naderende dood bedoelde, in dit gedicht dat hij slechts enkele dagen voor zijn dood nog voor zijn vader schreef. Maar hij schetst tegelijkertijd een verlangen, een droom.
'En juist die tweespalt tussen droom en realiteit, tussen ‘schemering / zachte genezing’ en harde werkelijkheid, deze wereld die Lodeizen ‘niet de echte’ zal noemen, daar bevindt zich die kloof die zich vult met weemoed. Soms is het verzet melancholie van de dromer die zich een outcast voelt, en met verdrietige vermoeidheid, hunkerend naar vrolijke levenslust terzijde staat. Het beeld van de languisante elegante en vermoeide Pierrot, er is al eerder op gewezen, dringt zich onwillekeurig op. In de ‘moderne’ jongen die Hans Lodeizen was, de rebelse levensgenieter, gangmaker van feestjes en plezier.
Maar altijd weer tracht Lodeizen zijn levenszin op de zachte wanhoop te bevechten. Door zijn vroege dood zal Hans Lodeizen de bekoorlijke, weerloze en opstandige dichter van de zuivere jeugd blijven, de speelse, droevige, eeuwig jonge Pierrot die zich nog niet verloren heeft in het pantser van de volwassenheid.'
Bron: Peter Berger DBNL . 't Is vol van schatten hier...
http://www.dbnl.org/tekst/kort006isvo01 ... 1_0164.htm
groet. Karin
Ik denk het wel Dettie, dat Hans Lodeizen zijn naderende dood bedoelde, in dit gedicht dat hij slechts enkele dagen voor zijn dood nog voor zijn vader schreef. Maar hij schetst tegelijkertijd een verlangen, een droom.
'En juist die tweespalt tussen droom en realiteit, tussen ‘schemering / zachte genezing’ en harde werkelijkheid, deze wereld die Lodeizen ‘niet de echte’ zal noemen, daar bevindt zich die kloof die zich vult met weemoed. Soms is het verzet melancholie van de dromer die zich een outcast voelt, en met verdrietige vermoeidheid, hunkerend naar vrolijke levenslust terzijde staat. Het beeld van de languisante elegante en vermoeide Pierrot, er is al eerder op gewezen, dringt zich onwillekeurig op. In de ‘moderne’ jongen die Hans Lodeizen was, de rebelse levensgenieter, gangmaker van feestjes en plezier.
Maar altijd weer tracht Lodeizen zijn levenszin op de zachte wanhoop te bevechten. Door zijn vroege dood zal Hans Lodeizen de bekoorlijke, weerloze en opstandige dichter van de zuivere jeugd blijven, de speelse, droevige, eeuwig jonge Pierrot die zich nog niet verloren heeft in het pantser van de volwassenheid.'
Bron: Peter Berger DBNL . 't Is vol van schatten hier...
http://www.dbnl.org/tekst/kort006isvo01 ... 1_0164.htm
groet. Karin
Geplaatst: 10 jan 2006 10:19 am
ja dat vond ik juist zo mooi
de nacht, het donker dat hen doet dichtslaan.
en dan de dag die zeker schemering en zachte genezing biedt voor de toekomst.
De hoop dat zijn vader niet teveel lijdt onder zijn ziekte? Dat met het verstrijken van de tijd het verdriet 'geneest'?
bernadet
ja dat vond ik juist zo mooi
de nacht, het donker dat hen doet dichtslaan.
en dan de dag die zeker schemering en zachte genezing biedt voor de toekomst.
De hoop dat zijn vader niet teveel lijdt onder zijn ziekte? Dat met het verstrijken van de tijd het verdriet 'geneest'?
bernadet
Geplaatst: 13 mei 2006 11:37 am
je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten
Hans Lodeizen
Uit Verzamelde gedichten
Amsterdam, Van Oorschot 1996
Zo'n mooi gedicht vind ik dit.
Ik denk niet dat het een nadere toelichting nodig heeft. Of wel?
Dettie
je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten
Hans Lodeizen
Uit Verzamelde gedichten
Amsterdam, Van Oorschot 1996
Zo'n mooi gedicht vind ik dit.
Ik denk niet dat het een nadere toelichting nodig heeft. Of wel?
Dettie
Geplaatst: 22 nov 2006 12:10 pm
Naar aanleiding van raad de dichter wordt dit gedicht geplaatst:
ALLEMAAL STEDEN
de stad weifelt over de huizen
de morgen vaart over de daken
de stad binnen
de zon staat op tussen de huizen
onder carillonmuziek
de mensen wandelen in het donker
als het elf uur is
de zon spoelt aan op de daken
aan het strand van de verten
ligt de stille zee der lucht
waarin het schip van een kerktoren
flikkert
in de buik van de stad
drinken wij koffie
en de stad zeilt verder.
Hans Lodeizen,Gedichten, G.A. van Oorschot Amsterdam, 7e druk 1970
(dit gedicht komt uit de bundel: Het innerlijk behang).
Irene
Naar aanleiding van raad de dichter wordt dit gedicht geplaatst:
ALLEMAAL STEDEN
de stad weifelt over de huizen
de morgen vaart over de daken
de stad binnen
de zon staat op tussen de huizen
onder carillonmuziek
de mensen wandelen in het donker
als het elf uur is
de zon spoelt aan op de daken
aan het strand van de verten
ligt de stille zee der lucht
waarin het schip van een kerktoren
flikkert
in de buik van de stad
drinken wij koffie
en de stad zeilt verder.
Hans Lodeizen,Gedichten, G.A. van Oorschot Amsterdam, 7e druk 1970
(dit gedicht komt uit de bundel: Het innerlijk behang).
Irene
Geplaatst: 12 dec 2007 02:43 pm
Het innerlijk behang van de jonge dichter Hans Lodeizen verscheen in 1950 (hoewel de eerste druk het jaartal 1949 vermeldt). Volgens velen luidde de bundel de moderne na-oorlogse poëzie in Nederland in. Ze bracht diverse critici ertoe Lodeizen de ‘Jacques Perk van de Vijftigers’ te noemen. Het weemoedige verlangen dat de toon van zijn bundel bepaalde, sprak meteen in de jaren vijftig veel lezers aan en decennialang was Lodeizen een van de meeste gelezen Nederlandse dichters.
Ik heb zo dikwijls zo vreemde
angst gekust in mijn dromen van
brons en marmer dat het tenslotte
een troost is in een regenplas
naar de blauwe hemel te staren.
Dit vond ik op de site van Van Oorschot
Dettie
Het innerlijk behang van de jonge dichter Hans Lodeizen verscheen in 1950 (hoewel de eerste druk het jaartal 1949 vermeldt). Volgens velen luidde de bundel de moderne na-oorlogse poëzie in Nederland in. Ze bracht diverse critici ertoe Lodeizen de ‘Jacques Perk van de Vijftigers’ te noemen. Het weemoedige verlangen dat de toon van zijn bundel bepaalde, sprak meteen in de jaren vijftig veel lezers aan en decennialang was Lodeizen een van de meeste gelezen Nederlandse dichters.
Ik heb zo dikwijls zo vreemde
angst gekust in mijn dromen van
brons en marmer dat het tenslotte
een troost is in een regenplas
naar de blauwe hemel te staren.
Dit vond ik op de site van Van Oorschot
Dettie
Geplaatst: 12 dec 2007 03:14 pm
En ook Hans Lodeizen is vanaf nu te vinden in het vernieuwde archief
http://www.poezie-leestafel.info/hans-lodeizen
Dettie
En ook Hans Lodeizen is vanaf nu te vinden in het vernieuwde archief
http://www.poezie-leestafel.info/hans-lodeizen
Dettie
Geplaatst: 14 dec 2007 11:40 am
Nee, geen idee. Wat een mooi gedicht overigens weer, ik kende dit nog niet.
Er is overigens net een biografie over Hans Lodeizen verschenen, van de hand van literatuurwetenschapper Koen Hilberdink – naar ik meen bij Van Oorschot. Ter gelegenheid daarvan zijn ook zijn Verzamelde gedichten opnieuw uitgegeven.
Lodeizen heeft me altijd gefascineerd: zo jong en al een prachtig oeuvre, alsof hij wist dat hij niet veel tijd had.
Cat
_________________
"Die Worte sind nur die Mauern.
Dahinter in immer blauern Bergen schimmert ihr Sinn."
Rainer Maria Rilke
Nee, geen idee. Wat een mooi gedicht overigens weer, ik kende dit nog niet.
Er is overigens net een biografie over Hans Lodeizen verschenen, van de hand van literatuurwetenschapper Koen Hilberdink – naar ik meen bij Van Oorschot. Ter gelegenheid daarvan zijn ook zijn Verzamelde gedichten opnieuw uitgegeven.
Lodeizen heeft me altijd gefascineerd: zo jong en al een prachtig oeuvre, alsof hij wist dat hij niet veel tijd had.
Cat
_________________
"Die Worte sind nur die Mauern.
Dahinter in immer blauern Bergen schimmert ihr Sinn."
Rainer Maria Rilke
Geplaatst: 14 dec 2007 12:25 pm
Dit behoeft inderdaad eigenlijk geen uitleg, Dettie. Maar toch zou ik het niet alleen als een liefdesgedicht beschouwen. Je zou de jij-figuur ook ruimer kunnen zien, bijvoorbeeld als het "verleden".
Rutger
_________________
Geduld, eenvoud en mededogen (Tao).
http://blog.seniorennet.be/mijn_boekenhoekje
je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten
Hans Lodeizen - Uit Verzamelde gedichten -
Amsterdam, Van Oorschot 1996
Dit behoeft inderdaad eigenlijk geen uitleg, Dettie. Maar toch zou ik het niet alleen als een liefdesgedicht beschouwen. Je zou de jij-figuur ook ruimer kunnen zien, bijvoorbeeld als het "verleden".
Rutger
_________________
Geduld, eenvoud en mededogen (Tao).
http://blog.seniorennet.be/mijn_boekenhoekje
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten