Bij meander staat dit
In die zin schrijft Bres niet alleen zijn eigen ontstaansgeschiedenis, maar ook een poëtische autobiografie van de dichter. En dat sluit aan bij een andere band die deze gedichten met elkaar hebben. Ze handelen allemaal op de een of andere manier om verhoudingen. De verhouding tussen wij en zij, tussen het ik en de rest, de dichter en zijn stad, de poëzie en het leven.
III-2
Wij waren zoals jij met velen toen.
En elke voornaam was jij.
Wij lagen niet dwars in de mythe
Van onze familie.
Wij leerden geen rol dan de jouwe
Van mij en de mijne van jou.
Wij speelden onszelf in een helder theater.
...
Dit fragment laat, net als de voorgaande, zien hoe Nolens persoonlijke voornaamwoorden gebruikt om zijn gedichten van perspectief te voorzien: ver weg is het ikke-ikke dat veel moderne Nederlandstalige poëzie kenmerkt. Bij Nolens is het altijd ik-jij-wij. Het gaat altijd over de dichter, de lezer, de wereld en iedereen. Je kan Nolens niet lezen zonder bij zijn woorden betrokken te raken, in zekere zin medeplichtig te worden en de leegte te voelen die Nolens probeert te vullen met gefoeter op zijn generatie, de stichters van een onthechte, zelfzuchtige samenleving, gefoeter dus ook op zichzelf, met zijn liefde voor de onpersoonlijke stad, Antwerpen, maar vooral met zijn gedichten. En in de loop van de jaren heeft hij daartoe een heel eigen taal ontwikkeld, een taal die, schijnbaar bestaand uit heel normale woorden, iets bijzonder verontrustends heeft.
Dettie
Leonard Nolens (ja)
Bij Nolens is het altijd ik-jij-wij. Het gaat altijd over de dichter, de lezer, de wereld en iedereen.
Dat meende ik ook al begrepen te hebben. Niet dat het me zoveel verder brengt.
Ook wel het kleine vraagje of die jij tegelijk een persoonlijk iemand zou kunnen zijn. Maar ja, kunnen we toch niet uitmaken?
Ik probeer straks de tweede strofe nog.
Tiba.
Wij waren zoals jij met velen toen.
En elke voornaam was jij.
Wij lagen niet dwars in de mythe
Van onze familie.
Wij leerden geen rol dan de jouwe
Van mij en de mijne van jou.
Wij speelden onszelf in een helder theater.
Wij waren toen met velen zoals jij.
En praten was geen theorie.
En theorie was heel ons gevestigde vlees en bloed
Van hogerhand.
Wij kregen voor niks een begin
Van God en de koning.
En niemand stampte zichzelf uit de grond.
Wij waren zoals toen met velen jij.
En niemand nam onze mond in zijn handen
En knoeide met tongen.
Wij waren uniek als een iris.
Wij waren uniek als het regenboogvlies van een blinde.
Wij waren uniek als de vingerafdruk van doofstommen.
Toch waren wij geen vergelijking.
Leonard Nolens
Uit: Bres
Querido, 2007
Tiba schreef:
Ik weet niet of ik je goed begrijp, bedoel je dat die "jij" van het gedicht zowel algemeen als persoonlijk is (of zou kunnen zijn)?
Ja, dat bedoelde ik, Tiba.
mira
Wij waren toen met velen zoals jij.
En praten was geen theorie.
En theorie was heel ons gevestigde vlees en bloed
Van hogerhand. Wij kregen voor niks een begin
Van God en de koning.
En niemand stampte zichzelf uit de grond.
De dichter schrijft:
En praten was geen theorie.
En theorie was heel ons gevestigde vlees en bloed
Van hogerhand.
Zegt de dichter hier iets, En praten was geen theorie., daar staat een punt achter, om het nadien te herroepen?
En theorie was heel ons gevestigde vlees en bloed
Van hogerhand.
mira
Oogopslag
Toen jij me vroeg waarom ik van je hou
Heb ik het antwoord veertig jaar verzwegen.
Veertig jaar ben ik bij jou gebleven
Om geen antwoord op je vraag te geven.
Het staat in kringen om ons heen geweven
Neergeschreven. Vrienden en vreemden weten
Wat ik veertig jaar niet heb begrepen,
Wat ik veertig jaar probeer te lezen
In een oogopslag en zijn vragende blauw.
Leonard Nolens (1947)
uit: Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen (Querido 2011)
Dit gedicht werd me vandaag toegezonden via het Laurens Jz Coster project en het is een mooie liefdesverklaring.
Vaak kun je niet precies zeggen waarom je van iemand houdt, het is het geheel van dingen, en soms besef je ineens dat een bepaald gebaar of zoals in dit gedicht de oogopslag o.a. een van die dingen is waarom je van iemand houdt.
Dat verwoordt Nolens prachtig in dit gedicht.
Dettie
Toen jij me vroeg waarom ik van je hou
Heb ik het antwoord veertig jaar verzwegen.
Veertig jaar ben ik bij jou gebleven
Om geen antwoord op je vraag te geven.
Het staat in kringen om ons heen geweven
Neergeschreven. Vrienden en vreemden weten
Wat ik veertig jaar niet heb begrepen,
Wat ik veertig jaar probeer te lezen
In een oogopslag en zijn vragende blauw.
Leonard Nolens (1947)
uit: Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen (Querido 2011)
Dit gedicht werd me vandaag toegezonden via het Laurens Jz Coster project en het is een mooie liefdesverklaring.
Vaak kun je niet precies zeggen waarom je van iemand houdt, het is het geheel van dingen, en soms besef je ineens dat een bepaald gebaar of zoals in dit gedicht de oogopslag o.a. een van die dingen is waarom je van iemand houdt.
Dat verwoordt Nolens prachtig in dit gedicht.
Dettie
Dettie schreef:Dit gedicht werd me vandaag toegezonden via het Laurens Jz Coster project en het is een mooie liefdesverklaring.
Vaak kun je niet precies zeggen waarom je van iemand houdt, het is het geheel van dingen, en soms besef je ineens dat een bepaald gebaar of zoals in dit gedicht de oogopslag o.a. een van die dingen is waarom je van iemand houdt.
Dat verwoordt Nolens prachtig in dit gedicht.
Dettie
Ik ben het gloeiend met je eens, Dettie.
Lezer100
Dettie schreef:Geplaatst: 14 jan 2007 05:02 pm
Zonder mij
Wat kan ik voor je doen, ik heb alleen maar woorden.
Met die muziek heb ik ons huis gebouwd, mijn leven
Vernield om toe te zien of dood de moeite waard is,
Of ik daar weg mee kan zonder te moeten sterven.
Wat kan ik voor je doen, ik moet toch van je blijven.
Ik heb je toch op mij genomen zonder je te nemen,
Zonder me te geven want ik ben alleen maar jij.
Ik ben alleen maar jij geweest om niet te moeten zijn.
Ik ben alleen maar jij geworden om niet ik te zijn.
Dat is een laffe liefde, Zoet, vergeef het mij.
Wat kan ik voor je doen, ik ben alleen maar woorden,
Wou je worden, wou ons worden zonder mij.
Leonard Nolens
Uit Liefdesverklaringen, Gedichten
Amsterdam, Querido 1991
Dettie
Weet iemand precies waar dit gedicht over gaat?
Ik heb een post gemaakt
http://car.messageboard.nl/38686/viewtopic.php?t=958
Hierin staat wat ik tot nu toe denk, maar een klein beetje hulp is welkom, aangezien ik een beetje vast zit.
http://car.messageboard.nl/38686/viewtopic.php?t=958
Hierin staat wat ik tot nu toe denk, maar een klein beetje hulp is welkom, aangezien ik een beetje vast zit.
Leonard Nolens (ja)
Hier vind je een uitvoerige bespreking van het verzameld dichtwerk tot 2011 (Manieren van leven) :
http://meandermagazine.net/wp/2012/04/het-is-niet-mogelijk-om-niet-mezelf-te-zijn/
http://meandermagazine.net/wp/2012/04/het-is-niet-mogelijk-om-niet-mezelf-te-zijn/
Lezer100
Re: Leonard Nolens (ja)
Mijn eerste kennismaking met Leonard Nolens dateert ondertussen weeral van een paar jaar geleden, toen ik voor de site “Poëzie-Leestafel” een korte recensie schreef over de bundel “Honing en as”.
Ondertussen heeft de dichter zijn vijfenzestigste verjaardag gevierd, en leek het mij tijd zijn hele oeuvre eens aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Al jullie eigen opmerkingen (los van wat hierboven reeds te lezen valt) is welkom. Over om het even welk gedicht, of over om het even welke bundel.
Ondertussen heeft de dichter zijn vijfenzestigste verjaardag gevierd, en leek het mij tijd zijn hele oeuvre eens aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Al jullie eigen opmerkingen (los van wat hierboven reeds te lezen valt) is welkom. Over om het even welk gedicht, of over om het even welke bundel.
Lezer100
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 6 gasten