Marcel van Maele (ja)
Het valt me altijd weer op, Mira, hoeveel kritiek dichters op elkaar hebben.
Nu weer Chretien Breukers op van Maele en Claus. Ook verwijs ik naar het nieuwe onderwerp dat ik opende onder Erik Jan Harmens. Hier ook zware kritiek op zowat de hele Nederlandse en Vlaamse dichtwereld. Mijn vraag aan Tiba was of zij in bundels van Claus de "flauwiteiten" is tegengekomen waar Breukers een voorbeeld van gaf. Ik verkeerde in de mening dat Claus als een van onze beste dichters werd beschouwd en eigenlijk boven alle kritiek verheven was.
Pieter
Nu weer Chretien Breukers op van Maele en Claus. Ook verwijs ik naar het nieuwe onderwerp dat ik opende onder Erik Jan Harmens. Hier ook zware kritiek op zowat de hele Nederlandse en Vlaamse dichtwereld. Mijn vraag aan Tiba was of zij in bundels van Claus de "flauwiteiten" is tegengekomen waar Breukers een voorbeeld van gaf. Ik verkeerde in de mening dat Claus als een van onze beste dichters werd beschouwd en eigenlijk boven alle kritiek verheven was.
Pieter
Ik sluit me aan bij Tiba's reactie, ik denk dat iedereen die iets publiceert onderhevig kan zijn aan kritiek, de grote en de kleine dichters, en ook de grote hebben wel eens minder kwaliteit, maar om daar dan met de grove borstel door te gaan, of met de bijl...da's natuurlijk weer wat anders, misschien ook een kwestie van provocatie of aandacht trekken.
mira
mira
mira schreef:Ik sluit me aan bij Tiba's reactie, ik denk dat iedereen die iets publiceert onderhevig kan zijn aan kritiek, de grote en de kleine dichters, en ook de grote hebben wel eens minder kwaliteit, maar om daar dan met de grove borstel door te gaan, of met de bijl...da's natuurlijk weer wat anders, misschien ook een kwestie van provocatie of aandacht trekken.
mira
Ik sluit me aan bij de mening van Mira. Grote dichters weten volgens mij ook wel dat hun werk niet altijd van een heeeel hoge kwaliteit is, maar ze zijn groot genoeg als dichter om er ook mee naar buiten te komen - 't zijn dus toch echt mensen :-)
Jan S
Je m'exprime, donc je suis.
mira schreef:Mooie gedichten blijven.
mira
Blunder
Ik heb de bundel "Gebrand papier" een paar keer gelezen maar ben geen flauwiteiten tegengekomen.
Veel mooie zinnen, paradoxale zinnen, moeilijke zinnen en voor mij onbegrijpelijke zinnen.
De lelijkste zin vond ik:
Jij las boeken over gebroken trouw
en ik zat aan een gedicht te prutsen.
Een moeilijke:
in mijn hoofd wordt leesbaar bij de vijvers
en het ritme van het aangeleerde vers
De mooiste:
de wind die stiller dan wit
vastvroor op de weide
Een observatie: (over TV)
zij zitten in een hoek gelijmd
naar de misleiding te staren
Een paradox:
Hou vol, hoe langer deze avond duurt
hoe meer misschien voor jou
de ochtend daagt.
Alles uit de bundel “Gebrand papier” van HANS Claus, Leuven 2001
Ik zie nu pas dat ik een bundel van HANS CLAUS heb gelezen. Zijn naam stond dan ook in ongelooflijk kleine lettertjes op het omslag.
Hartelijke groet allemaal!
Pieter
Alle gekheid op een stokje
1.
Soms zijn woorden schelpen
op de oren of vingers
op de wonden. En toch
berooid loop ik met mijn wonden te koop
of gooi ze te grabbel
en scherp mijn pen. En toch
iedere herfst vermoordt de zomerdromen
en trekt een oude mantel aan
der wraak bijvoorbeeld. En toch
ik huiver van het woord
dat valluikt, van de ster
die dichtklapt. En toch
keer op keer
scherp ik mijn pen.
Marcel van Maele
uit: gedichten 56/70,
Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1972
Tiba.
1.
Soms zijn woorden schelpen
op de oren of vingers
op de wonden. En toch
berooid loop ik met mijn wonden te koop
of gooi ze te grabbel
en scherp mijn pen. En toch
iedere herfst vermoordt de zomerdromen
en trekt een oude mantel aan
der wraak bijvoorbeeld. En toch
ik huiver van het woord
dat valluikt, van de ster
die dichtklapt. En toch
keer op keer
scherp ik mijn pen.
Marcel van Maele
uit: gedichten 56/70,
Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1972
Tiba.
Alle gekheid op een stokje
1.
Soms zijn woorden schelpen
op de oren of vingers
op de wonden. En toch
berooid loop ik met mijn wonden te koop
of gooi ze te grabbel
en scherp mijn pen. En toch
iedere herfst vermoordt de zomerdromen
en trekt een oude mantel aan
der wraak bijvoorbeeld. En toch
ik huiver van het woord
dat valluikt, van de ster
die dichtklapt. En toch
keer op keer
scherp ik mijn pen.
Marcel van Maele
uit: gedichten 56/70,
Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1972
Is dit een gedicht over de honderden uitdrukkingen die onze taal rijk is, of zijn deze slechts een middel en zit er meer achter?
Ik som even op wat ik herken, te beginnen bij de titel:
- alle gekheid op een stokje
- de vinger op de wonde leggen
- met iets te koop lopen
- iets te grabbel gooien
- zijn pen scherpen
- een oude mantel aantrekken (?)
- de mantel der wraak (ipv de mantel der liefde?)
- dichtklappen
Is deze opeenstapeling ironie, want 'alle gekheid op een stokje'?
Of ook wat aanklacht?
mira
Er zit veel meer achter, Mira. Het tekort van de taal en de machteloosheid en paradoxaal genoeg ook de vasthoudendheid van de dichter. Dichters kunnen net zo goed in de lucht schrijven. Het blijft allemaal zonder resultaat al doen ze nog zo gewichtig. Slechts een paar verdwaalden, zoals wij, hebben er min of meer plezier in. En daardoor wordt het toch weer belangrijk voor jou, mij, en een stuk of duizend anderen.
Pieter
Pieter
Mira schreef:
Dat eerste zag ik er helemaal niet in. Voel meer voor de uitleg van Pieter.
Ik plaats nog een tweede gedicht van deze cyclus. Had nog geen tijd me erin te verdiepen.
Tiba.
Is dit een gedicht over de honderden uitdrukkingen die onze taal rijk is, of zijn deze slechts een middel en zit er meer achter?
Dat eerste zag ik er helemaal niet in. Voel meer voor de uitleg van Pieter.
Ik plaats nog een tweede gedicht van deze cyclus. Had nog geen tijd me erin te verdiepen.
Tiba.
Pieter schrijft:
Hiermee kan ik het ongeveer eens zijn, ik voelde ook dat er heel wat meer achter zit, ik wou wel wijzen op de overvloed aan uitdrukkingen, bewust, meen ik.
Maar wat bedoelt de dichter met die uitdrukkingen, dat de taal tekort schiet?
Uitdrukkingen lijken me een verrijking van de taal, maar worden wel vaak cliché's.
Wijs dit op de machteloosheid van de dichter, de dichter in kwestie, of is dit ook een aanval op het clichématig gebruik van de taal?
Pieter schrijft ook:
De vraag die bij me opwelt:
Welk resultaat beoogt de dichter, deze dichter, beogen de dichters, als ze al een resultaat beogen (behalve van gelezen te worden)?
Dat poëzie een tegenwicht vormt voor heel veel in deze maatschappij, daarvan ben ik overtuigd, en dat bedoel jij misschien ook.
Die 'paar verdwaalden' zet ik op jouw rekening.
Toch even opmerken: ik denk niet dat er ooit zoveel poëzieprijzen werden uitgegeven, dat er ooit zoveel stadsdichters werden geboren etc. als pakweg de laatste vijf jaar.
Dit is misschien niet allemaal even diepgaand, en voer voor sociologen.
Maar toch vind ik dit een positief verschijnsel.
mira
Er zit veel meer achter, Mira. Het tekort van de taal en de machteloosheid en paradoxaal genoeg ook de vasthoudendheid van de dichter.
Hiermee kan ik het ongeveer eens zijn, ik voelde ook dat er heel wat meer achter zit, ik wou wel wijzen op de overvloed aan uitdrukkingen, bewust, meen ik.
Maar wat bedoelt de dichter met die uitdrukkingen, dat de taal tekort schiet?
Uitdrukkingen lijken me een verrijking van de taal, maar worden wel vaak cliché's.
Wijs dit op de machteloosheid van de dichter, de dichter in kwestie, of is dit ook een aanval op het clichématig gebruik van de taal?
Pieter schrijft ook:
Dichters kunnen net zo goed in de lucht schrijven. Het blijft allemaal zonder resultaat al doen ze nog zo gewichtig.
De vraag die bij me opwelt:
Welk resultaat beoogt de dichter, deze dichter, beogen de dichters, als ze al een resultaat beogen (behalve van gelezen te worden)?
Dat poëzie een tegenwicht vormt voor heel veel in deze maatschappij, daarvan ben ik overtuigd, en dat bedoel jij misschien ook.
Die 'paar verdwaalden' zet ik op jouw rekening.
Toch even opmerken: ik denk niet dat er ooit zoveel poëzieprijzen werden uitgegeven, dat er ooit zoveel stadsdichters werden geboren etc. als pakweg de laatste vijf jaar.
Dit is misschien niet allemaal even diepgaand, en voer voor sociologen.
Maar toch vind ik dit een positief verschijnsel.
mira
Je hebt natuurlijk voor een groot deel gelijk, Mira, er zijn veel prijzen, er zijn veel stadsdichters, er verschijnen heel veel bundels, maar in Nederland schijnt de gemiddelde oplage van een bundel 300 te zijn.
Maar waar het mij om gaat, wat bewerken al die mooie teksten in de samenleving, in verhouding tot: 1. romans 2. columns 3. kranten-en tijdschriftartikelen 3. films 4.radio- en tv-programma's?
Poëzie ligt op een heel andere golflengte, slechts weinig ontvangers zijn er op afgesteld. Ik bedoel dit niet elitair, dat begrijp je wel. Ik schreef al eerder, (aan Tiba op deze site), het is zoiets als moderne klassieke muziek, die heeft ook niet zo'n groot publiek.
Bedankt voor je reactie.
Pieter
P.S. Op het gedicht kom ik bij meer tijd nog terug.
Maar waar het mij om gaat, wat bewerken al die mooie teksten in de samenleving, in verhouding tot: 1. romans 2. columns 3. kranten-en tijdschriftartikelen 3. films 4.radio- en tv-programma's?
Poëzie ligt op een heel andere golflengte, slechts weinig ontvangers zijn er op afgesteld. Ik bedoel dit niet elitair, dat begrijp je wel. Ik schreef al eerder, (aan Tiba op deze site), het is zoiets als moderne klassieke muziek, die heeft ook niet zo'n groot publiek.
Bedankt voor je reactie.
Pieter
P.S. Op het gedicht kom ik bij meer tijd nog terug.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten