Het venijn zit in
geen geld geen eten
. Er staat nergens Dettie, dat het een
aardige
man is. Hij ruikt zijn kans: het schip is weg, hij legt zijn krant neer en waagt een poging, maakt misbruik van de situatie. En wat doet een meisje, zonder geld en eten?
Shanty-festivals zijn in Nederland erg populair: er bestaan tientallen shantykoren. Maar ook in Vlaanderen kent men ze:
http://www.shantykoorblankenberge.be/
Kijk hier maar eens: je kunt er alles over lezen en er zelfs enkele (deels) beluisteren.
Ook bij ons in Terneuzen wordt elk jaar in september een festival gehouden. Daar heb ik ze (Blankenberge) al eens horen optreden. Ik mag er graag naar luisteren. Maar ik denk eigenlijk niet dat dit gedicht iets met de shanty's te maken heeft: dat waren oorspronkelijk "werkliedjes" voor aan boord.
Een zeemansliedje/smartlap/levenslied zou allemaal kunnen. Maar dan mis ik toch iets in het gedicht: een ritme, een regelmaat die naar een liedje verwijst. Traditioneel zou ik het zeker niet willen noemen. Ironisch eigenlijk ook niet. Het kan zijn dat de dichteres inderdaad speelt met het genre, zoals mira zegt.
Misschien moeten we een link leggen met de titel van de bundel waar het gedicht uit komt?
Waar je naar zit te kijken
Ik zou het een suggestief gedicht willen noemen. Het is niet moralistisch, want dan zou er een afkeuring in door moeten klinken of een verwijzing naar nare gevolgen van onjuist gedrag.
Dettie ziet een aardige meneer, die wil helpen, ik zie een uitgekookte stiekemerd die zijn kans schoon ziet een radeloos meisje te strikken, je kunt ook nog een radeloos meisje zien, dat op de kade een man gaat versieren (wat lijkt te lukken) om aan eten te komen.
Maar wat gebeurt er nu echt?
Waar je naar zit te kijken. Je zit er naar te kijken en je vult zelf de betekenis van wat je ziet in. Alle interpretaties hierboven zijn geldig en tegelijkertijd nergens op gebaseerd.
Ik zou graag willen weten hoe de andere gedichten uit deze bundel eventueel in dit kader passen.
Librije.