Ik vond dit kind per ongeluk
op zoek naar transcendente sporen.
Het speelde in zichzelf verloren;
een diepte zo afgrondelijk
dat het niet keek zelfs toen ik riep
daar hoog uit mijn ivoren toren.
Ik moet omlaag, wil hij me horen,
de trappen af, weg uit de biep,
de boeken, ja weg uit het woord
waar uit elk vuurwerk is verdreven.
Te zijn geroepen door dit kind
–al spreekt het niet, al lijkt het in–
trovert slechts voor zichzelf te leven-
drijft mij sindsdien ontketend voort.
Uit: O, die wijze koeien, Chris de Valk
Uitgeverij Abraxas, Zuider-Amstel
geroepen
Terug naar “Gedicht uitgelicht”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast