hay!!
kan iemand mij misschien helpen de stijlfiguren eruit te halen en de betekenis hiervan te begrijpen?
in de nok
het koord
waarop ik loop
wordt alsmaar
dunner.
steeds vaker
staan de striemen
hard en witrood
in mijn voeten
op een dag
stort ik
de piste in:
verstapt,
gestuikeld
en gevallen
of doorkliefd
gesplitst,
onthecht -
tot dan blijf ik in evenwicht
de lijn
waarop
ik loop
is dun,
maar
recht.
Alvast bedankt!
Valerie
in de nok - ingmar heytze (uitleg gevraagd!!)
Dag Valerie,
Hier staat een heel goed artikel over de poëzie van Heytze, het is vrij lang maar de moeite waard om te lezen.
http://home.medewerker.uva.nl/g.e.h.i.f ... cliche.pdf
en hier is een site waar stijlfiguren worden uitgelegd
http://www.cambiumned.nl/stijlfiguren.htm
en dan nu het gedicht.
in de nok
het koord
waarop ik loop
wordt alsmaar
dunner.
steeds vaker
staan de striemen
hard en witrood
in mijn voeten
op een dag
stort ik
de piste in:
verstapt,
gestuikeld
en gevallen
of doorkliefd
gesplitst,
onthecht -
tot dan blijf ik in evenwicht
de lijn
waarop
ik loop
is dun,
maar
recht.
Je zult denkelijk wel begrijpen dat in de nok verwijst naar het circus.
De dichter loopt op bovenin de circustent over een koord. Dan moet je natuurlijk heel goed je evenwicht weten te bewaren.
Maar wat zegt de dichter?
Het koord waarop ik loop wordt almaar dunner...
Daaruit kun je opmaken dat de dichter steeds meer moeite heeft om zijn evenwicht te bewaren.
Het is een metafoor (beeldspraak) voor het leven van de dichter. Hij kan zich in zijn leven nauwelijks meer staande houden. Hij moet heel veel moeite doen om overeind, (in evenwicht) te blijven. En het wordt steeds moeilijker (het koord wordt steeds dunner) om dat te doen.
steeds vaker
staan de striemen
hard en witrood
in mijn voeten
Ook hieraan kun je zien dat het de dichter veel moeite kost om over het koord te lopen. Kon hij dat vroeger makkelijk, kostte het hem vroeger weinig moeite, nu moet hij zijn voeten zo diep in het koord drukken om overeind te blijven dat de rode striemen in zijn voeten staan. (De afdruk van het koord staat diep in zijn voeten).
Je kunt dit eveneens zien als een vervolg op de metafoor van de dichter die moeite heeft met zijn leven. Hij probeert dingen te doen maar het kost hem steeds meer en meer moeite.
en dan.... stort hij in
op een dag
stort ik
de piste in:
verstapt,
gestuikeld
en gevallen
of doorkliefd
gesplitst,
onthecht -
De dichter weet, op een dag valt hij de piste* in. Op een dag valt hij van het koord. Hij kan zich verstapt hebben op het koord, of struikelde en is gevallen.
Het kan ook zijn dat door de val het touw hem doorklieft (in delen gesneden), gesplitst (ook in delen gesneden) onthecht (leren leven zonder iets) heeft.
Tot dan loopt hij in evenwicht De lijn die hij loopt is dun maar recht.
Ook hier wordt weer de metafoor voor het leven bedoeld.
De dichter weet op een dag kan hij instorten. Kan hij het leven niet meer aan. Hij zal dan instorten (van het koord vallen) en zich ellendig voelen. Hij kan zich verscheurd voelen, alsof hij in stukken uit elkaar is gevallen. Hij zal zich onthecht voelen, (voelen alsof hij iets waar hij vroeger houvast aan had moet missen.)
Maar zolang hij niet valt, zolang hij in evenwicht blijft, zolang hij het leven aan kan zal hij recht blijven doorlopen.
Recht doorgaan kan ook betekenen niet allerlei zijwegen inslaan. Dus niet bijvoorbeeld drank of drugs proberen die je kunnen doen instorten maar rechtdoor gaan. Recht je doel af, hoe moeilijk (dun) dat soms ook is.
Hopelijk heb je hier wat aan Valerie Ik weet niet hoe oud je bent dus ik heb bepaalde woorden die niet echt veel meer gebruikt worden maar verklaard.
Dettie
*piste =met zand of zaagsel bestrooid middendeel in een circus waar de artiesten en de dieren optreden
P.S. Uit welke bundel komt het gedicht?
-
Hier staat een heel goed artikel over de poëzie van Heytze, het is vrij lang maar de moeite waard om te lezen.
http://home.medewerker.uva.nl/g.e.h.i.f ... cliche.pdf
en hier is een site waar stijlfiguren worden uitgelegd
http://www.cambiumned.nl/stijlfiguren.htm
en dan nu het gedicht.
in de nok
het koord
waarop ik loop
wordt alsmaar
dunner.
steeds vaker
staan de striemen
hard en witrood
in mijn voeten
op een dag
stort ik
de piste in:
verstapt,
gestuikeld
en gevallen
of doorkliefd
gesplitst,
onthecht -
tot dan blijf ik in evenwicht
de lijn
waarop
ik loop
is dun,
maar
recht.
Je zult denkelijk wel begrijpen dat in de nok verwijst naar het circus.
De dichter loopt op bovenin de circustent over een koord. Dan moet je natuurlijk heel goed je evenwicht weten te bewaren.
Maar wat zegt de dichter?
Het koord waarop ik loop wordt almaar dunner...
Daaruit kun je opmaken dat de dichter steeds meer moeite heeft om zijn evenwicht te bewaren.
Het is een metafoor (beeldspraak) voor het leven van de dichter. Hij kan zich in zijn leven nauwelijks meer staande houden. Hij moet heel veel moeite doen om overeind, (in evenwicht) te blijven. En het wordt steeds moeilijker (het koord wordt steeds dunner) om dat te doen.
steeds vaker
staan de striemen
hard en witrood
in mijn voeten
Ook hieraan kun je zien dat het de dichter veel moeite kost om over het koord te lopen. Kon hij dat vroeger makkelijk, kostte het hem vroeger weinig moeite, nu moet hij zijn voeten zo diep in het koord drukken om overeind te blijven dat de rode striemen in zijn voeten staan. (De afdruk van het koord staat diep in zijn voeten).
Je kunt dit eveneens zien als een vervolg op de metafoor van de dichter die moeite heeft met zijn leven. Hij probeert dingen te doen maar het kost hem steeds meer en meer moeite.
en dan.... stort hij in
op een dag
stort ik
de piste in:
verstapt,
gestuikeld
en gevallen
of doorkliefd
gesplitst,
onthecht -
De dichter weet, op een dag valt hij de piste* in. Op een dag valt hij van het koord. Hij kan zich verstapt hebben op het koord, of struikelde en is gevallen.
Het kan ook zijn dat door de val het touw hem doorklieft (in delen gesneden), gesplitst (ook in delen gesneden) onthecht (leren leven zonder iets) heeft.
Tot dan loopt hij in evenwicht De lijn die hij loopt is dun maar recht.
Ook hier wordt weer de metafoor voor het leven bedoeld.
De dichter weet op een dag kan hij instorten. Kan hij het leven niet meer aan. Hij zal dan instorten (van het koord vallen) en zich ellendig voelen. Hij kan zich verscheurd voelen, alsof hij in stukken uit elkaar is gevallen. Hij zal zich onthecht voelen, (voelen alsof hij iets waar hij vroeger houvast aan had moet missen.)
Maar zolang hij niet valt, zolang hij in evenwicht blijft, zolang hij het leven aan kan zal hij recht blijven doorlopen.
Recht doorgaan kan ook betekenen niet allerlei zijwegen inslaan. Dus niet bijvoorbeeld drank of drugs proberen die je kunnen doen instorten maar rechtdoor gaan. Recht je doel af, hoe moeilijk (dun) dat soms ook is.
Hopelijk heb je hier wat aan Valerie Ik weet niet hoe oud je bent dus ik heb bepaalde woorden die niet echt veel meer gebruikt worden maar verklaard.
Dettie
*piste =met zand of zaagsel bestrooid middendeel in een circus waar de artiesten en de dieren optreden
P.S. Uit welke bundel komt het gedicht?
-
de lijn
waarop
ik loop
is dun,
maar
recht.
De dichter gaat recht op zijn doel af. Hij noemt het koord nu de lijn.
Hij loopt over de rechte lijn. Hij dwaalt niet af. (dan heb je een kronkelige lijn)
Moeilijk uit te leggen.
_____________________
rechte lijn
~~~~~~~~~~~~~~~~
kronkelige lijn
In zijn leven volgt hij de rechte lijn, hij dwaalt niet af.
Als hij een kronkelige lijn zou volgen dan gaat hij niet recht op zijn doel af. Je kunt kronkels in je hoofd hebben, dat betekent dat je niet goed na kunt denken, het te druk in je hoofd is.
Als je in je leven een kronkelige lijn volgt betekent het ook dat er heel veel dingetjes zijn die je weghouden van je doel. Je gaat alle kanten op maar het schiet niet op.
De dichter weet dat hij wel recht op zijn doel af gaat, een rechte lijn volgt ook al kost hem dat veel moeite (zijn lijn is dun).
Hier dus weer de vergelijking met de koordloper, op een dik koord loop je makkelijker, houd je makkelijker je evenwicht. Op een dun koord lopen is veel moeilijker, kost veel meer moeite.
De dichter loopt op een dun koord, veel kost hem moeite om te doen, maar hij gaat wel recht op zijn doel af.
Ik hoop dat het zo duidelijk is
Groet
Dettie
waarop
ik loop
is dun,
maar
recht.
De dichter gaat recht op zijn doel af. Hij noemt het koord nu de lijn.
Hij loopt over de rechte lijn. Hij dwaalt niet af. (dan heb je een kronkelige lijn)
Moeilijk uit te leggen.
_____________________
rechte lijn
~~~~~~~~~~~~~~~~
kronkelige lijn
In zijn leven volgt hij de rechte lijn, hij dwaalt niet af.
Als hij een kronkelige lijn zou volgen dan gaat hij niet recht op zijn doel af. Je kunt kronkels in je hoofd hebben, dat betekent dat je niet goed na kunt denken, het te druk in je hoofd is.
Als je in je leven een kronkelige lijn volgt betekent het ook dat er heel veel dingetjes zijn die je weghouden van je doel. Je gaat alle kanten op maar het schiet niet op.
De dichter weet dat hij wel recht op zijn doel af gaat, een rechte lijn volgt ook al kost hem dat veel moeite (zijn lijn is dun).
Hier dus weer de vergelijking met de koordloper, op een dik koord loop je makkelijker, houd je makkelijker je evenwicht. Op een dun koord lopen is veel moeilijker, kost veel meer moeite.
De dichter loopt op een dun koord, veel kost hem moeite om te doen, maar hij gaat wel recht op zijn doel af.
Ik hoop dat het zo duidelijk is
Groet
Dettie
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast