analyseren gedicht Thuiskomst - Ida Gerhardt

Diverse leden leggen gedichten uit en uitleg hoe je zelf gedichten kunt schrijven
Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

analyseren gedicht Thuiskomst - Ida Gerhardt

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:29

Geplaatst: 21 dec 2006 04:17 pm

Ik heb hier een gedicht van Ida Gerhardt:

Dit is mijn droom- het kleine huis aan de rivier;
het rusteloze scheren van de zwaluw gaat er
langs dak en raam; de roodborst nestelt bij de vlier.
Een schip zeilt traag voorbij; de bel luidt over 't water.

En als ik nader waar de dijk zich buigt door 't land,
richt kort zich op die in de lage tuin gebogen
over de spade staat,-en met de vrije hand
weert zij het helle licht beschuttend van de ogen.

Hoe ken ik dit gebaar, hoe is het mij vertrouwd,
dit sterke opzien van wie daag'lijks naar de lucht en
het wiss'lend, open water turend, rustig oud
werd in dit dijkland en zijn ruime wolkenvluchten.

Er is een scherp herkennen van elkaar en
dan komt zij langs het smalle klinkerpad gelopen,-
maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open.
Dit ogenblik-wat tellen zóveel bitt're jaren?

Ik heb nu dus de opdracht gekregen dit gedicht te analyseren, naar vorm en betekenis. Naar vorm dat lukt aardig, maar betekenis van gedichten zie ik niet zo.. misschien dat jullie me kunnen helpen?

Klopt dit allemaa? :
* metrum is jambe
*antimetri: strofe 2: over. (wat is hier het doel van?)
*elisie: bijvoorbeeld: daag'lijks, wiss'lend
*alliteratie: strofe4: stoot- stroef
*assonantie: strofe1: langs- dak- raam?
*personificatie: de dijk buigt zich door 't land.

zitten er nog meer stijlfiguren in?
wat is het rijmschema van de 4 strofen?
wat is bijvoorbeeld de inhoud van strofe 1?

Ik hoop spoedig iets van jullie te horen,
bedankt!
Eline Hol

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:30

Geplaatst: 21 dec 2006 11:38 pm

Een vlugge algemene analyse.

Dit gedicht is de droom is die ze al 'zoveel bittere jaren' koestert (of zich herinnert).

Laatste 2 regels:

dan komt zij langs het smalle klinkerpad gelopen,-
maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open.

Dit is het keerpunt, waar zelfs de droom die ze koestert zich tegen haar keert en haar confronteert met de werkelijkheid (of vrees). Diegene in de tuin vergeeft haar toch niet (ik vermoed dat er iets is gebeurt tussen de 2 personen, moeder/dochter of 2 geliefden of ...), verandert van gedacht en gaat naar binnen*. Daarna komt dan die laatste zin:

Dit ogenblik-wat tellen zóveel bitt're jaren?


Dit ogenblik: net wanneer de persoon zich omdraait en naar binnen gaat.
Wat tellen zoveel bittere jaren?: Misschien vraagt ze zich af of, als je de droom leest als een hoopvolle visie die wordt verwoest, het werkelijk zo zou verlopen, of de bitterheid door de jaren al wat is verminderd. Maar als de droom een herinnering is, een droom die telkenmale verandert in een nachtmerrie op het eind, dan kan die zin betekenen dat deze nachtmerrie zelfs na zoveel bittere jaren nog steeds even scherp is. (Het kan eigenlijk nog op veel meer manieren worden geïnterpreteerd)

* Zo lees ik het, men kan ook zeggen dat ze de deur verwelkomend openduwt en daar dan wacht. Dan is het een compleet ander gedicht.

Strofe 2 & 3:

Helle licht tegenhouden met de vrije hand, het sterke opzien naar de omgeving, rustig oud worden:

Symbolisch bedoeld? Dag in dag uit de moed niet verliezen, iedere keer opnieuw opkijken, de sleur en tegenslagen weerstaan, mogelijk het gemis van de dichter overleven.

Hoe ken ik dit gebaar, hoe is het mij vertrouwd:

Op het eerste gezicht, zeer letterlijk, herkenning van vroeger (ouders, buren, vrienden, minnares die dat ook deed/deden). Maar: de dichter moet deze dingen ook doorstaan, hetzelfde is ook haar bekend en vertrouwd.

Nu, ik heb dit maar vlug uitgetypt na een lezing of 2 dus neem dit zéker niet aan als waar (is trouwens onmogelijk met literatuur, er is geen één waarheid). Het kan goed zijn dat er fouten in mijn redenering zitten, maar het zal je misschien helpen om zelf iets in dit gedicht te zien.

Cid

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:30

Geplaatst: 23 dec 2006 11:03 am Onderwerp:

Voordat we biografische gegevens gaan inlezen in een gedicht, gaan we alle feiten van het vers verzamelen.

Vraag 1: Heeft het vers ook een titel? Antwoord: jazeker: THUISKOMST
Vraag 2: In welke bundel is het vers verschenen? In KOSMOS 1940.
Kosmos is haar eerste bundel. Ze was toen 35 jaar.

Nu gaan we het vers lezen:

De ik droomt haar thuiskomst. Ze (ik ga even uit van de veronderstelling dat de ik een vrouw is) beschrijft in strofe 1 het kleine huis aan de rivier. Het bepaalde lidwoord 'het' veronderstelt een bekend huis. Anders had ze 'een' gebruikt. Zwaluw en roodborst geven het huis perspectief. Het huis staat aan een rivier, waar een schip zeilt met een scheepsbel.

In strofe 2 gaat de droom door: de ik nadert het huis, waarin de tuin een vrouw staat te spitten. Die kijkt op en beschut met haar hand haar ogen tegen het felle licht.

Strofe 3: de ik herkent in haar droom dat gebaar. Het is haar zelfs vertrouwd. Ze neemt de tijd om in een paar regels dat opzien van de vrouw nader toe te lichten.

Strofe 4: De ik en de vrouw uit de tuin herkennen elkaar. De vrouw loopt haar tegemoet, maar keert terug en opent de huisdeur. Dat openen van de deur betekent veel voor de ik. Ze verzucht: 'Wat tellen zóveel bitt're jaren?'

Wat zegt die droom de lezer: Er komt iemand thuis na veel bittere jaren. Ze is dankbaar dat ze welkom is. Dat blijkt uit die veelzeggende laatste regel.


Nu ga ik naar de biografie van Gerhardt en ik vraag me af: kan ik daar wat mee?
Jazeker: Ze heeft een buitengewoon moeizame relatie gehad met haar ouders, vooral met haar moeder. In 1955 verscheen haar bundel LEVEND MONOGRAM. Het eerste deel is gewijd aan haar moeder. Ze schrijft daar onder andere

'zij, die mij heeft gedragen;
zij, die mij naar het leven stond
in al mijn levens dagen.'
(Gerhardt, 2001, p. 212)

Dat liegt er niet om. Tijdens haar studie is ze zelfs door haar ouders verbannen. Ze was niet meer welkom.

Ik ga nu niet meer zeggen over die rampzalige relatie met haar moeder. Het is duidelijk dat het vers THUISKOMST past in dit verhaal. Ze droomt in 1940 van verzoening, van welkom. Ze hunkerde als jonge vrouw naar herstel van de gebroken verhouding. Uit het feit dat ze in 1955 in LEVEND MONOGRAM nog schrijft dat haar moeder haar wilde verdrinken kunnen we de voorzichtige gevolgtrekking maken, dat het in wezen nooit meer goed is gekomen tussen die twee.

Dit zijn zomaar wat opmerkingen over de inhoud van THUISKOMST.

Leermomenten:

1. Citeer altijd het vers compleet met titel en bundel + jaar van verschijnen. En vermeld bij de naam van de auteur altijd de jaartallen.

2. Probeer eerst het vers te interpreteren door zo letterlijk mogelijk te lezen. Doe net of je niets van de auteur weet.

3. Laat ruimte voor onbegrepen woorden en zinnen. Liever iets open laten, dan onzin neerschrijven. Misschien vallen na herhaalde lezing onbegrepen stukjes op hun plaats.

4. Ga dan pas na of de biografie van de dichter je verder kan helpen bij het begrijpen van het vers.

5. De ik in een vers kan de dichter zijn. Je kunt wel zeggen dat dit vaak het geval is. Poëzie is in tegenstelling tot proza vaak autobiografisch. Zelfs bij indirecte lyriek heeft de dichter het meestal over zichzelf. Pas echter op: er zijn nogal wat uitzonderingen.

Ik laat de vorm van het vers nu onbesproken.
Ik vind dat de vragenstelster zelf ook wel wat mag doen. Laat die eerst maar komen met een uitvoerige analyse van de vorm. Dan wil ik daar wel iets over zeggen. Als de vragenstelster nog weinig weet van poëzieanalyse kan zij terecht op m'n site http://gert.slings.nu onder handleiding.

Gert
_________________
http://gert.slings.nu

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:31

Geplaatst: 28 dec 2006 03:23 pm

Ik heb alles op een rijtje gezet, maar nog een paar dingen..Moet ik het gedicht een kwatrijn noemen, omdat er strofes van vier versregels worden gebruikt? ik weet namelijk niet echt of je een gedicht zo kan noemen. Een antimetrie ben ik in het gedicht niet direct tegengekomen. Ik heb 1 personificatie: de dijk buigt zich door 't land. De dijk is een levenloos iets, dat kan zich niet buigen. Verder heb ik geen stijlfigurgen kunnen ontdekken. Wat betreft de verdeling mannelijk/vrouwelijk rijm, heb ik het volgende: strofe 1: mvmv
strofe 2: mvmv
strofe 3: mvmv
strofe 4: vvvv
Moet je een rijmschema over een heel gedicht doen, of per strofe? Bijvoorbeeld het rijmschema van strofe 1= abab
strofe 2= cdcd
strofe 3= efef
strofe 4= ghhg
Ik weet niet of je bij strofe 3 bijvoorbeeld bij en en wolkenvluchten of dat bij elkaar hoort.
En dan nog die functie van enjambement, want iedre keer weer terugkeert... :?

groetjes Eline

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:33

BerichtGeplaatst: 06 jan 2007 08:58 pm

Ik kan niet op alles antwoorden, Eline. Ik probeer een aantal dingetjes, maar vraag daarbij wel jouw medewerking.

1) volgens mij is het geen kwatrijn, want een kwatrijn is een gedicht dat uit 4 versregels bestaat.

2) Bij herlezen heb je volgens mij gelijk: het zijn jamben.
Je vroeg naar een antimetrie, ik kende de term niet en heb dit even opgezocht (het is wel antimetrie, en niet antimetri).
Ik heb het gevoel dat je wel eens gelijk zou kunnen hebben dat in strofe 2 "over" een antimetrie is. Tenzij je ovér ipv óver gaat lezen, ik heb geen idee of dat gedaan wordt, zo ja, dan is het geen antimetrie (misschien weet Gert daar meer over).

3) Mannelijke en vrouwelijke rijmen: ik wist niet dat deze termen nog gebruikt werden. Ben totaal vergeten wat dat is, dateert nog van mijn schooltijd... als jij eens uitlegt wat dat is, kan ik proberen te antwoorden.

4) Over het rijmschema:
je vraag is, als ik het goed begrijp, of je als het rijm in een nieuwe strofe verandert, ook een andere letter moet gebruiken. Eerlijk gezegd: geen flauw idee, heb me daarin nooit verdiept, maar het lijkt me wel logisch.
Kreeg je daarvan geen voorbeelden op school? De leraar moet dat toch kunnen uitleggen?!

5) nog over het rijm:
lucht en (2 woorden) en wolkenvluchten (1 woord) rijmen inderdaad op elkaar

6) enjambementen zijn nooit makkelijk om uitleggen (vind ik zelf); als jij er enkele uitzoekt kunnen we samen op zoek gaan naar de betekenis ervan. Graag ook jouw mening! Ben wel benieuwd naar de uitleg die je leraar/lerares over de functie van een enjambement gaf.

7) assonantie: "langs" en "dak" is een assonantie, raam volgens mij niet meer, want dat is een lange a (tenzij je het anders geleerd hebt???)


Dit was het voorlopig.
Groetjes. Tiba.

P.S. Er is een uitstekende, maar heel uitgebreide site met uitleg over alle mogelijke stijlfiguren. Ik zoek die nog op en bezorg de link.

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:33

Geplaatst: 06 jan 2007 09:14 pm

Hier de link over stijlfiguren:

http://users.raketnet.nl/m.van.elburg/fil_a.htm

Groetjes. Tiba.

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:34

Geplaatst: 07 jan 2007 12:08 pm

- het vers bestaat uit 4 kwatrijnen: 16 regels.

- als je ervan uitgaat dat het een jambisch vers is in grote lijnen, dan vallen nogal wat onregematigheden op.
Strofe 1: Het begint dan in r.1 met een antimetrie: 'Dit' heeft nadruk. De rest van regel 1 is onregelmatig: 'huis aan de rivier' r. 2-4 zijn jambisch
Strofe 2: r.3 begint met een antimetrie: nadruk op over: ze buigt zich diep over de spade bij het spitten.
r.8 antimetrie: weert: ook weer nadruk op het weren van de zon.
r.9 antimetrie: Hoe
Strofe 4 antimetrie Dan: nadruk op het verrassende.
Laatste regel: Dit: nadruk.

Die antimetrieën wijzen op sterke emotionaliteit. Het is voor de ik een aangrijpende situatie. Zie mijn analyse. Bij het voordragen van het vers moeten die antimetrieën uit de verf komen.

- een mooi enjambement in de overgang van r 2 en 3. Het accentueert het scheren van de zwaluw.

Tot zover het metrum.

Gert
_________________
http://gert.slings.nu

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:35

Geplaatst: 07 jan 2007 02:35 pm

Dit is mijn droom- het kleine huis aan de rivier;
het rusteloze scheren van de zwaluw gaat er
langs dak en raam; de roodborst nestelt bij de vlier.
Een schip zeilt traag voorbij; de bel luidt over 't water.

En als ik nader waar de dijk zich buigt door 't land,
richt kort zich op die in de lage tuin gebogen
over de spade staat,-en met de vrije hand
weert zij het helle licht beschuttend van de ogen.

Hoe ken ik dit gebaar, hoe is het mij vertrouwd,
dit sterke opzien van wie daag'lijks naar de lucht en
het wiss'lend, open water turend, rustig oud
werd in dit dijkland en zijn ruime wolkenvluchten.

Er is een scherp herkennen van elkaar en
dan komt zij langs het smalle klinkerpad gelopen,-
maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open.
Dit ogenblik-wat tellen zóveel bitt're jaren?


Nog een vervolg over het metrum.

Het vaststellen van het metrum en van antimetrieën is niet altijd eenvoudig. Het beste gaat dat via een drietal soorten lezen:

1. Allereerst voordragend lezen.
Dan komt in het vers dan we onder handen hebben de klemtoon op het eerste woordje: Dit (is mijn droom).

2. Metrisch lezen. Dan probeer je een metrum uit. In dit vers kom je dan voluit jambische regels tegen zoals

langs dak en raam; de roodborst nestelt bij de vlier.

maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open.

3. Interpreterend lezen. Je stelt dan bijvoorbeeld vast wat de betekenisdragende delen van een zin zijn.
Zelfstandige naamwoorden van één lettergreep zijn betekenisdragend en dus beklemtoond. Droom, huis, dak, raam, vlier, schip, bel uit strofe 1 dragen klemtoon.

Verder de stam van zelfstandige werkwoorden: scheren: scheer, zeilen: zeil, weren: weer.
Voorvoegsels en achtervoegsels zijn onbeklemtoond.
Voorzetsel kunnen zowel beklemtoond als onbeklemtoond zijn.

Boeiend is altijd waar een vers een afwijkend metrum heeft, dus een antimetrie en vooral waarom? Wat is het effect? Waarom juist hier?
Hieraan ontleen je als lezer het grootste genoegen. Dan komt schoonheid en dichterlijk vakmanschap aan de oppervlakte. Het is dus voor fijnproevers altijd de moeite waard naar de metrumschatten op zoek te gaan. Voor hen deze korte toelichting over metrum oftewel maat.

Veel moderne verzen hebben geen metrum. Men noemt dat a-metrisch. Dat heeft wel degelijk een achtergrond, maar die laat ik hier onbesproken.

Gert
_________________
http://gert.slings.nu

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:35

Geplaatst: 07 jan 2007 03:05 pm

Dit is mijn droom- het kleine huis aan de rivier;
het rusteloze scheren van de zwaluw gaat er
langs dak en raam; de roodborst nestelt bij de vlier.
Een schip zeilt traag voorbij; de bel luidt over 't water.

En als ik nader waar de dijk zich buigt door 't land,
richt kort zich op die in de lage tuin gebogen
over de spade staat,-en met de vrije hand
weert zij het helle licht beschuttend van de ogen.

Hoe ken ik dit gebaar, hoe is het mij vertrouwd,
dit sterke opzien van wie daag'lijks naar de lucht en
het wiss'lend, open water turend, rustig oud
werd in dit dijkland en zijn ruime wolkenvluchten.

Er is een scherp herkennen van elkaar en
dan komt zij langs het smalle klinkerpad gelopen,-
maar keert nog terug en stoot de stroeve huisdeur open.
Dit ogenblik-wat tellen zóveel bitt're jaren?


Rijmschema: abab cdcd efef ghhg. Dat had je goed, Eline
Dat is 3x gekruist rijm en 1x omarmend rijm.
Je kunt zeggen dat in de laatste strofe een geestelijke omarming plaats vindt, terwijl de eerste drie strofen nog staan in teken van kruisdragen. Als je dit vergezocht vindt, laat je het voor wat het is. Je moet echter een dichter als Gerhardt altijd in de gaten houden. Ze is ertoe in staat. Tot in het rijm toe.

Verder mannelijk vrouwelijk in de eerste 3 strofen en alleen vrouwelijk in de laatste strofe.

In de laatste strofe is sprake van ogenrijm in r 13 en 16. Voor het oog rijm, maar voor het oor niet. Zoals Noach en coach.

Stoot-stroeve inderdaad alliteratie.

Ik zou langs- dak- raam geen assonantie noemen. Langs is te weinig betekenisdragend om hier aan rijm onderhevig te zijn.
Wel een binnenrijm is: over de spade staat r7.

Verder is er 1 beeldspraak: personificatie: de buigende dijk. Vraag weer naar de functie van deze beeldspraak. De buigende dijk is heel vertrouwd voor de ik, net zo vertrouwd als de gebogen vrouw in de tuin.


Je kunt altijd terecht voor meer informatie over metrum en rijm, beeldspraak en stijlfiguren op mijn site http://gert.slings.nu onder handleiding.


Ik hoop, Eline, dat het zo een beetje lukt.
Ik vind het leuk dat je met dit soort vragen komt op deze mooie site. Je ziet: een wolk van vrijwilligers staat klaar om je te helpen. Mooi toch.

Laat ons even weten wat voor cijfer je haalde.

Gert
_________________
http://gert.slings.nu

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:36

Geplaatst: 07 jan 2007 09:57 pm

Hallo Gert,

Ik zit nog te kijken op je uitleg over voordragend en metrisch lezen:

Strofe 1: Het begint dan in r.1 met een antimetrie: 'Dit' heeft nadruk. De rest van regel 1 is onregelmatig: 'huis aan de rivier'


Aanvankelijk las ik het (op het gevoel af) zoals je zegt, dus met klemtoon vooraan:

Dít is mijn dróom het klne huis aan de rivr

dit zijn helemaal geen jamben, dacht ik...

Nadien ben ik het anders gaan lezen, jambisch zeg maar dit is... enz..., vond ik zelf wel geforceerd, en bij nader inzien geef je een uitstekend uitleg.

Mijn vraag is nu: wordt dit wel eens gedaan bij het voorlezen, het ritme "aanpassen" om het metrum te doen kloppen?

Groetjes.
Tiba (blijft Tiba ;) ) die heel blij is met je degelijke uitleg en er heel wat van opsteekt.

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:37

Geplaatst: 08 jan 2007 10:09 am

Tiba,

Het natuurlijk lezen staat altijd voorop. Daarvoor moet je de tekst goed kennen. Als er tegenstellingen in de tekst voorkomen, moet je die duidelijk laten uitkomen. Het gedicht van Gerhardt kun je nooit goed lezen als je het niet begrijpt. Als je het wel goed doorhebt, lees je het gedicht ritmisch.

Ik geef even een omschrijving van ritme: de natuurlijke beweging van de zin, expressief gemaakt door de afwisseling van het dynamisch, temporeel en melodisch accent.

dynamisch= klemtoon; temporeel= tempo; melodisch= toonhoogte.

Dat ritme is een groot taalwonder. Zonder dat we erbij stilstaan plegen we de meest ingwikkelde klemtoon-, tempo- en toonhoogtevariaties. Kinderen leren zo hun moedertaal spelenderwijs. Voor een vreemdeling blijft een vreemde taal bijna altijd vreemd. Je herkent zo iemand aan onjuiste accenten. Dat geldt ook voor ons als we een vreemde taal spreken.

De eerste computerstemmen ontbrak het aan de natuurlijke beweging. Alle drie accenten waren gelijk in de hele zin.

Wat gebeurt er nu bij metrum? Dan wordt het dynamisch accent regelmatig gemaakt, dus onnatuurlijk. Het temporeel en melodisch accent blijven natuurlijk.

Een omschrijving van metrum is: de regelmatige afwisseling van sterk- en zwakblemtoonde lettergrepen. Nadruk op regelmatig.


Om dan nu bij je vraag terecht te komen: je houdt bij het voordragen van een vers nooit rekening met de metriek. Dan schaad je het natuurlijke element van de voordracht.

Gert
_________________
http://gert.slings.nu

Dettie
Berichten: 10694
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » Vr Jan 30, 2009 12:37

Geplaatst: 08 jan 2007 12:53 pm

Bedankt voor je deskundige uitleg, Gert.

Tiba.


Terug naar “Uitleg gedichten”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 12 gasten