‘Elfhonderd meter gedicht’ in de Sint-Annatunnel

Zoals evenementen, voordrachten, poëzieprijzen enz.<br>
<b>Géén reclame plaatsen aub</b>
Dettie
Berichten: 10696
Lid geworden op: Do Jan 15, 2009 00:00
Contact:

‘Elfhonderd meter gedicht’ in de Sint-Annatunnel

Berichtdoor Dettie » Vr Apr 17, 2009 15:19

‘Elfhonderd meter gedicht’ in de Sint-Annatunnel

In het kader van het cultuurfestival BLOK BLOC schreef stadsdichter Joke van Leeuwen het nieuwe stadsgedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’. Tot 31 mei prijkt het gedicht in twee richtingen op de wand van de Sint-Annatunnel (voetgangerstunnel).

Villanella en Laika organiseren samen met het nieuwe Cultuurcentrum Link, de bewoners en de buurtorganisaties van Linkeroever het festival BLOK BLOC. Joke van Leeuwen schreef in dat kader een gedicht dat zij in het bijzonder opdraagt aan de inwoners van Linkeroever.

Van 17 april tot 31 mei verbindt het nieuwe stadsgedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’ de linker- met de rechteroever. Het gedicht is in twee richtingen te lezen over de hele lengte van de Sint-Annatunnel (in totaal 1100 meter), vandaar de titel: ‘Elfhonderd meter gedicht’. Wie het volledige gedicht wil lezen moet dus van de ene naar de andere oever wandelen én terug.

De tekst werd in een vormgeving van Bob Takes geprint op transparante verwijderbare kleeffolie en in stroken gekleefd op de witte tegels van de tunnel.

Elfhonderd meter gedicht

[richting Linkeroever]

Ha ga hier, u jij golle jullie gij, door deze gang van lucht in boomse klei, behaagziek als een brug zijn tunnels niet, de wereld is teruggebracht tot kleine optocht van toevalligheden, een snelle blik in onbekende ogen, een jas waarin hier iemand al eens kwam, hier kunnen zon en wind niet bij, hier bloeit niets, groeit niets, is het heen of weer binnen de lijntjes blijven, en boven gaat het zoveel kanten op, tien hoog en toch nog uitzichtloos of op de grond iets als de hemel, en u jij golle jullie gij, al is Sint-Annadorp vergaan, de put in en verdwenen, er waaien oude liedjes rond tielierelarelom die willen zich bewaren tussen getob en tegenzin en opgeraapte grappen, wat doen de benen hier hun best, er moet weer wat, dat zal wel zijn, iets halen, iets betalen, iets willen, iemand zien misschien, waren de buizen hier als glas, was er dan nu nog wat er was, diep in de grond verzonken huizen, drie potten met verschaalde lijdzaamheid en zoete bonen, de kraag van een matroos met einders in herinnering en veel vuil spel en slappe touwen, de grove buiken van gestorven schepen, daarboven vissen die volharden, daarboven alles, maar toch weeral geen fraai ontvangend comité dat staat te zingen van wees welkomtierelierelom, hoe goed dat u jij golle jullie gij weer boven bent zijn zijt (en dan de grote trom en een refrein).

[richting Rechteroever]

Ha ga hier, u jij golle jullie gij, gekomen uit een kromgetrokken droom met overkant, nog zevenhonderd stappen min of meer en daar is ’t stad, een plein, een schilderij, een berg vers fruit, een park dat kan bewaard, een menigte die nieuwe kleren wil, een taak die languit ligt te wachten, een nacht met ogen open, de properpoetser voor de glans (de koninklijke poort is moeten lopen naar de gillisplaats, daar staat die poort niet echt een poort te zijn, er is wel meer niet wat het is), terwijl hier u jij jullie golle gij onder de Schelde bent zijn zijt, ligt alles boven als versteend op u jij golle jullie gij te wachten, het wenen op de pauzeknop en niemand raapt nog grappen op, het lachen houdt zich in om dalijk door te gaan, de stad is stil gaan staan bij wat er wringt en al die Antwerpse geschoeide voeten stokken, even vraagt niemand waar vandaan, een schreeuw blijft aan een dakgoot hangen, de auto’s wachten voor het rood en even gaat er niemand dood die iemand graag in leven houdt, het brood wordt even niet meer oud, de hoogste bomen weigeren de wind, een val wordt net op tijd gebroken, de prater zwijgt en vraagt zich af wat hij te zeggen denkt, het water blijft verbaasd in buizen aarzelen, de haast weet niet meer waar naartoe, maar dan als u jij golle jullie gij weer boven komen komt, boegeert het, botst het, bloeit het, vloekt het, is het toch weer later.

Joke van Leeuwen

© stadsgedicht Antwerpen 2009

www.stadsdichterjokevanleeuwen.be

Bron: persbericht

mira
Berichten: 616
Lid geworden op: Za Feb 07, 2009 20:10

Berichtdoor mira » Vr Apr 17, 2009 19:42

Merkwaardig is het minste wat je daarvan kan zeggen, zowel de locatie als het gedicht zelf.
Alleszins een krachttoer en meer dan de moeite waard.

mira


Terug naar “Nieuws over poëzie”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 61 gasten