Ik moet dit gedicht analyseren, kan iemand mij helpen?
Een lang gedicht
'Soms lees ik je snel, lijkt het wel
of ik je zelf geschreven heb.
Stapel ik je woord voor woord tot twee
kuiltjes in je wangen mij vangen.
Je ogen zijn twee strofen in mij
bekende én soms heel vreemde hiërogliefen,
maar kijk je me aan dan til je me op
en zijn we elk een vleugel van één vogel.
Soms moet ik je stapvoets lezen,
spellen letter voor letter, ben je bijna
uitgewist en begrijp ik niet wat ik keer
op keer weer lees. Maar dan geef je me
een hand en als een lichtreclame licht je op.
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
Je bent een lang gedicht,
mag ik je aanhalingstekens zijn?'
Daniël Billiet
uit: Als de banaan zich kromt, Bakermat 1994
Ik neem aan dat je dit gedicht bedoelt?
Heb je zelf al wat bedacht erbij?
help!
Heb je zelf al iets erbij bedacht? Wij doen namelijk niet het huiswerk voor leerlingen maar willen wel samen met jou proberen het gedicht te analyseren.
Wat denk je zelf bij het gedicht? Vaak helpt het al erg door het hardop te lezen. Ook is het handig om de bundel zelf bij de bibliotheek te halen of misschien dat de schoolbibliotheek de bundel heeft.
Het is niet makkelijk.
Ik vermoed dat de dichter tegen iemand 'praat'. Hij wil de aanhalingstekens van diegene zijn. Het woord aanhalen zit daar in maar aanhalingstekens omarmen ook een tekst.
En zo kun je meerdere dingen uit een gedicht halen. Lees heel zorgvuldig, woord voor woord, wat de dichter schrijft. ken je de betekenis van een woord niet zoek het dan op in een woordenboek.
Dan kom je al een heel eind.
Dettie
Wat denk je zelf bij het gedicht? Vaak helpt het al erg door het hardop te lezen. Ook is het handig om de bundel zelf bij de bibliotheek te halen of misschien dat de schoolbibliotheek de bundel heeft.
Het is niet makkelijk.
Ik vermoed dat de dichter tegen iemand 'praat'. Hij wil de aanhalingstekens van diegene zijn. Het woord aanhalen zit daar in maar aanhalingstekens omarmen ook een tekst.
En zo kun je meerdere dingen uit een gedicht halen. Lees heel zorgvuldig, woord voor woord, wat de dichter schrijft. ken je de betekenis van een woord niet zoek het dan op in een woordenboek.
Dan kom je al een heel eind.
Dettie
Dettie schreef:Ik vermoed dat de dichter tegen iemand 'praat'. Hij wil de aanhalingstekens van diegene zijn. Het woord aanhalen zit daar in maar aanhalingstekens omarmen ook een tekst.
heel eind.Dettie
Ik kan mij alleen maar bij de tips van Dettie aansluiten, maar ik denk dat je met bovenstaande al een heel eind op weg komt.
Lezer100
Ik heb het al een paar keer gelezen en zelfs naar geluisterd, maar het blijft toch moeilijk. Het is wel duidelijk dat hij samen met zijn geliefde zijn voor altijd, ze delen een leven : kijk je me aan dan til je me op
en zijn we elk een vleugel van één vogel
het deel dat ik het minst goed begrip is :
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
wat bedoelt hij daar mee?
de 2 laatste zijn wel heel mooi en duidelijk, hij wilt haar omarmen en haar beschermen. Denk ik.
en zijn we elk een vleugel van één vogel
het deel dat ik het minst goed begrip is :
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
wat bedoelt hij daar mee?
de 2 laatste zijn wel heel mooi en duidelijk, hij wilt haar omarmen en haar beschermen. Denk ik.
bakermat schreef:Ik heb het al een paar keer gelezen en zelfs naar geluisterd, maar het blijft toch moeilijk. Het is wel duidelijk dat hij samen met zijn geliefde zijn voor altijd, ze delen een leven : kijk je me aan dan til je me op
en zijn we elk een vleugel van één vogel
het deel dat ik het minst goed begrip is :
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
wat bedoelt hij daar mee?
de 2 laatste zijn wel heel mooi en duidelijk, hij wilt haar omarmen en haar beschermen. Denk ik.
Denk een na over de functie van een refrein in een gedicht, bakermat. Welk samenzijn ook bedoeld is, het wordt helemaal omschreven met taal uit de dichterswereld.
Lezer100
Een lang gedicht
'Soms lees ik je snel, lijkt het wel
of ik je zelf geschreven heb.
Stapel ik je woord voor woord tot twee
kuiltjes in je wangen mij vangen.
Je ogen zijn twee strofen in mij
bekende én soms heel vreemde hiërogliefen,
maar kijk je me aan dan til je me op
en zijn we elk een vleugel van één vogel.
Soms moet ik je stapvoets lezen,
spellen letter voor letter, ben je bijna
uitgewist en begrijp ik niet wat ik keer
op keer weer lees. Maar dan geef je me
een hand en als een lichtreclame licht je op.
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
Je bent een lang gedicht,
mag ik je aanhalingstekens zijn?'
Toch ga ik nu twijfelen en denk zou het niet écht over een lang gedicht gaan. Probeert de schrijver weer te geven wat hij voelt bij het lezen van een lang gedicht?
Hij ziet het gedicht als een persoon met ogen en kuiltjes in de wangen. hij stelt zich het gedicht als een persoon voor (personificeren)
Soms begrijpt hij het gedicht meteen (lees ik je snel) alsof hij zelf die dingen gezegd of gedacht had kunnen hebben.
De kuiltjes lijken mij aanhalingstekens die zijn aandacht trekken.
Soms zijn de woorden (ogen) hem bekend en soms zien ze er uit als geschreven in een vreemde taal (hiërogliefen)
maar als hij ze ziet dan voelt hij zich wegzweven op die woorden
voelt hij zich één met die woorden (zijn we elk een vleugel van één vogel)
Soms snapt hij totaal niets van het gedicht, moet hij het steeds opnieuw lezen (begrijp ik niet wat ik keer op keer weer lees.) maar dan gaat er ineens een lichtje branden in zijn hoofd en snapt hij wat de dichter van het lange gedicht bedoelt. (Maar dan geef je me een hand en als een lichtreclame licht je op.)
Het refrein is als een rustpunt zoals een witregel een rustpunt in een gedicht is. (Een refrein is een herhaling van dezelfde woorden in een gedicht)
Je bent een lang gedicht,
mag ik je aanhalingstekens zijn?'
Hij wil het gedicht omarmen, is blij met het gedicht.
Mogelijk kun je dit ook toepassen op een persoon. Ik vind het moeilijk om nu te zeggen of het werkelijk om een gedicht of een persoon gaat.
Hopelijk heb je hier wat aan.
Succes!
Dettie
'Soms lees ik je snel, lijkt het wel
of ik je zelf geschreven heb.
Stapel ik je woord voor woord tot twee
kuiltjes in je wangen mij vangen.
Je ogen zijn twee strofen in mij
bekende én soms heel vreemde hiërogliefen,
maar kijk je me aan dan til je me op
en zijn we elk een vleugel van één vogel.
Soms moet ik je stapvoets lezen,
spellen letter voor letter, ben je bijna
uitgewist en begrijp ik niet wat ik keer
op keer weer lees. Maar dan geef je me
een hand en als een lichtreclame licht je op.
En altijd blijf jij refrein, warme
witregels die ik neurie door alle harde
woorden en koude stiltes heen.
Je bent een lang gedicht,
mag ik je aanhalingstekens zijn?'
Toch ga ik nu twijfelen en denk zou het niet écht over een lang gedicht gaan. Probeert de schrijver weer te geven wat hij voelt bij het lezen van een lang gedicht?
Hij ziet het gedicht als een persoon met ogen en kuiltjes in de wangen. hij stelt zich het gedicht als een persoon voor (personificeren)
Soms begrijpt hij het gedicht meteen (lees ik je snel) alsof hij zelf die dingen gezegd of gedacht had kunnen hebben.
De kuiltjes lijken mij aanhalingstekens die zijn aandacht trekken.
Soms zijn de woorden (ogen) hem bekend en soms zien ze er uit als geschreven in een vreemde taal (hiërogliefen)
maar als hij ze ziet dan voelt hij zich wegzweven op die woorden
voelt hij zich één met die woorden (zijn we elk een vleugel van één vogel)
Soms snapt hij totaal niets van het gedicht, moet hij het steeds opnieuw lezen (begrijp ik niet wat ik keer op keer weer lees.) maar dan gaat er ineens een lichtje branden in zijn hoofd en snapt hij wat de dichter van het lange gedicht bedoelt. (Maar dan geef je me een hand en als een lichtreclame licht je op.)
Het refrein is als een rustpunt zoals een witregel een rustpunt in een gedicht is. (Een refrein is een herhaling van dezelfde woorden in een gedicht)
Je bent een lang gedicht,
mag ik je aanhalingstekens zijn?'
Hij wil het gedicht omarmen, is blij met het gedicht.
Mogelijk kun je dit ook toepassen op een persoon. Ik vind het moeilijk om nu te zeggen of het werkelijk om een gedicht of een persoon gaat.
Hopelijk heb je hier wat aan.
Succes!
Dettie
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: jackykona en 7 gasten