SOORTEN RIJM
Volrijm
Hand/Want
Halfrijm
* Assonatie- Huis/Kruis (KLINKERS)
* Alliteratie – Bruisende branding (MEDEKLINKERS)
Eindrijm
De rijmklanken staan aan het eind van de versregels:
Ik weet nog goed hoe het begon
Die middag in de zomerzon
Binnenrijm
Binnen één versregel staan volrijmen:
Ze zeggen dat ruilen huilen doet
Middenrijm
De rijmklanken staan in het midden van twee opeenvolgende regels, min of meer onder elkaar:
Hoe kan ik lopen door dit bos
Zonder te hopen op wat lucht
Voorrijm
Aan het begin van twee opeenvolgende regels staan volrijmen:
Ruisende halmen
Bruisende beken
Overlooprijm
Het laatste woord van een versregel rijmt op het eerste woord van de volgende versregel:
Hoelang nog moet ik sparen,
Jaren van vasten gingen voorbij
Dubbelrijm
Een vorm van eindrijm, waarbij aan het einde van twee versregels niet één, maar twee rijmklanken staan:
Er liep een grauwe rat
Door de blauwe stad
Aanvullingen welkom, graag een pb, zodat alles hier op een plek komt te staan!
Librije.
SOORTEN RIJM
SOORTEN RIJM
Hetzelfde zien
Maar het zò zien
Zoals niemand het zag
(J.A. Deelder - Euforismen
Bezige Bij, 1991)
Maar het zò zien
Zoals niemand het zag
(J.A. Deelder - Euforismen
Bezige Bij, 1991)
Terug naar “Termen in de poëzie”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 4 gasten