Geplaatst: 11 aug 2007 05:24 pm
DIDO, NA HET VERTREK VAN AENEAS
Ik zoek een gevolg van deze mijn oorzaak
ik zie er geen. De zomer is spoorloos -
warme pruimen lui in hun bomen, kussen
zoet als tomaten, vissen in zee spartelend
als sperma. Zijn ogen zagen mijn hart
de toekomst spoelde ons lachend aan land.
's Nachts zochten zijn handen mijn huid
steeds weer barstte de maan van volheid
kromp dan, en verdween.
De weg van mijn verwachting was lang, ik ging hem
traag tot stilstand in de schaduw, tot uitzicht terug
naar beneden waar uit de haven de schepen gleden
naar een andere kust, als vogels naar een andere zomer.
Waarvoor ik bedoeld was weet ik niet, geen vraag
past op mijn antwoord. Het is najaar, de grond is hard
een kastanje verschrompelt in mijn zak. Meer niet.
Uit:
Zeehond graag (p. 22).
G.A. van Oorschot. Amsterdam. juni 2000 (2).
PS In het topic Raad de dichter had ik een fragment van dit gedicht geplaatst. Hier voor de liefhebbers het hele gedicht. Prachtig!
Grada
_________________
'Do you think it's a whoozle?'