Zou iemand mij kunnen uitleggen waar deze gedichten precies over gaan: Zoontje Esther Jansma Hij sluit de ogen en de wereld opent zich. Hij valt terwijl geen ding op diepte duidt begeven wanden het, verzakt de vloer, stormt lucht naar binnen. Stort hij er in, maatloos. Elk slaapliedje is een proloog...